Op 16 december stemden 86 van de 147 aanwezigen in het Tsjechische Huis van Afgevaardigden in met invoering van het homohuwelijk. Zeven parlementariërs stemden tegen; 54 afgevaardigden onthielden zich van stemming. Bij de daaropvolgende stemming in de Senaat, op 26 januari, ging ook de Senaat akkoord. Van de 65 senatoren waren er 45 voor. Veertien afgevaardigden stemden tegen.Twee dagen later liet president Klaus doorschemeren de nieuwe wet niet te zullen ondertekenen. Tegenover de Tsjechische krant Mlada Fronta Dnes verklaarde hij dat de wet als een „tragische fout” te beschouwen. Het document is volgens hem „een poging om de vernietiging van traditionele instituties, waarop de Tsjechische samenleving is gebaseerd, te legaliseren.” Op de vraag of hij zijn veto zou gebruiken, wilde Klaus in het interview geen antwoord geven.

Volgens Klaus gaat het bij het geregistreerde partnerschap en het huwelijk niet om de liberalisering van seksueel gedrag. Veelmeer zou worden geprobeerd „bepaalde privileges en voordelen” te verkrijgen waarvoor geen maatschappelijke basis bestaat. Het huwelijk wordt immers niet vanwege de heteroseksualiteit door de staat erkend, maar om de vorming van het gezin en de zorg van de kinderen, aldus Klaus.

Met zijn uitlatingen haalde het staatshoofd zich de ergernis van de sociaaldemocratische premier Jiri Paroubek op de hals, die zich afgelopen weekend opnieuw als pleitbezorger van de Tsjechische homo’s en lesbiennes opwierp. Hij schreef een brief aan Klaus waarin hij hem opriep de rechten van minderheden te respecteren en derhalve zijn mening te herzien.

Wat er precies in de brief stond is niet bekend, maar zeker is wel dat de inhoud bepaald niet in goede aarde viel. Een geprikkelde woordvoerder van de president zei zondag dat de premier „in de openbaarheid de indruk probeert te wekken alsof het hier gaat om het probleem van vrijheid voor een gediscrimineerde minderheid in onze samenleving. Daarbij heeft deze wet naar de mening van de president niets met vrijheid van doen.”

De woordvoerder verklaarde verder dat de minister-president „geen mandaat heeft om de president en de burgers van dit land de les te lezen over de betekenis van vrijheid” en verweet Paroubek „zijn eigen verkiezingscampagne” te voeren. Komende zomer gaan de Tsjechen naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen.

Op zijn beurt kreeg Klaus van Paroubek hetzelfde verwijt. „Het is niet mijn schuld dat president Klaus op zo’n onhandige wijze van deze wet een verkiezingsonderwerp maakt. Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat hij het, zoals gewoonlijk, in dit meningsverschil politiek tegen mij zal afleggen”, aldus de premier tegenover het Tsjechische persbureau CTK.

Naar verwachting zal Klaus donderdag bekendmaken of hij de wet op het homohuwelijk zal tekenen of niet. Gezien zijn uitspraken is het zeer onwaarschijnlijk dat de president alsnog zal toegeven.

Om de wet van kracht te laten worden, is de handtekening van de president niet vereist. Weigert Klaus te tekenen, dan moet de wet opnieuw in het Huis van Afgevaardigden in stemming worden gebracht, waarbij ten minste 101 parlementariërs de wet moeten goedkeuren. Of die absolute meerderheid voorhanden is, is onduidelijk.

Wat betreft de stemverhoudingen in het Huis van Afgevaardigden ziet het er voor de tegenstanders van het homohuwelijk slecht uit. Uitgesproken tegen de wet is alleen de christendemocratische KDU-CSL (22 zetels) - de coalitiepartner van de CSSD!. Klaus’ eigen partij, de liberale Democratische Burgerpartij (ODS, 58 zetels) is over de kwestie verdeeld. De CSSD van Paroubek (70 zetels), de Communistische Partij (KSCM, 41 zetels) en de Vrijheidsunie (9 zetels) staan achter de wet, hoewel zich in hun gelederen tijdens eerdere stemrondes ook een aantal dissidenten bevond. Grote vraag is wat bij een nieuwe stemming het grote aantal afwezigen tijdens de vorige stemronde op 16 december zal doen.

Tsjechië is het eerste postcommunistische land waar het parlement heeft ingestemd met de invoering van een geregistreerd partnerschap voor homoseksuele stellen. Op grond hiervan hebben zij nagenoeg dezelfde rechten als heteroseksuele echtparen. Belangrijkste uitzondering hierop is het recht op adoptie. Hierop kunnen homostellen geen aanspraak maken.

Mocht de wet definitief worden aangenomen, dan heeft ze in ieder geval de instemming van een meerderheid van de Tsjechen. Volgens opiniepeilingen staat 62 procent van de Tsjechen achter de nieuwe wet en is niet meer dan 30 procent tegen.