De parlementariërs denken onder anderen aan CIA–directeur Porter Gross en voormalige sleutelfiguren van de Amerikaanse geheime dienst.Dat bleek maandag bij de eerste vergadering van de onderzoekscommissie. De leden denken ook aan EU–terrorismedeskundige Gijs de Vries en directeur Ratzel van Europol in Den Haag.

Ook slachtoffers zoals de Duitser Khaled El–Masri staan op de voorlopige lijst. El–Masri was op kerstavond 2003 door de CIA opgepakt in Skopje en naar Afghanistan overgebracht voor foltering. Zonder aanklacht is hij recent vrijgelaten.

CDA–leider Camiel Eurlings, lid van de onderzoekscommissie, zou ook graag Condoleeza Rice willen horen. Deze Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken had recent immers haar Nederlandse collega Ben Bot overtuigd dat er niets mis was met CIA–vluchten. „Het schijnt dat ze een sterk verhaal heeft. Dat wil ik dan ook wel eens horen".

PvdA–Europarlementslid Edith Mastenbroek ziet liever haar voorganger Colin Powell verschijnen. „Hij heeft gezegd dat de Europese regeringen van de vluchten afwisten. En je kunt vergeten dat Condoleeza Rice zich hier laat verhoren".

Mastenbroek bespeurt in de onderzoekscommissie een neiging naar een anti–Bush houding. „Dat zou echt jammer zijn. Daar gaat het niet om". Ook Eurlings vindt dat het uiteindelijke doel moet zijn om duidelijkheid te krijgen.

De ophef over CIA–kampen en –vluchten in Europa ontstond in de herfst van vorig jaar. De Amerikaanse organisatie voor mensenrechten Human Rights Watch meldde dat de CIA in Europa geheime gevangenissen zou hebben. Dat zou strijdig zijn met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.

De mensenrechtenorganisatie Raad van Europa, waarvan 46 Europese landen lid zijn, begon direct een onderzoek. Een tussenverslag vorige maand toonde geen juridisch bewijs voor kampen, maar achtte het wel zeer waarschijnlijk dat regeringen wisten van CIA–vluchten met gevangenen.