Binnenland

„Man euthanaseerde op eigen houtje”

ZWOLLE - Een ervaren verpleegkundige van de intensive care-afdeling van het Waterlandziekenhuis in Purmerend pleegde in 2004 zonder overleg euthanasie op een 63-jarige terminale patiënt.

Van onze correspondent
13 February 2006 08:39Gewijzigd op 14 November 2020 03:28

Hij maakte zelf een spuitenpomp met medicatie klaar die het levenseinde van de man moest bespoedigen.De verpleegkundige moest zich zaterdag hiervoor verantwoorden bij het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle. De Inspecteur voor de Gezondheidszorg had daar een klacht ingediend. „Hij heeft fout gehandeld en zijn bevoegdheid overschreden”, zo gaf zijn advocate toe.

„Ik vond het mensonterend. De patiënt vroeg om een pil voor snelle levensbeëindiging. Hij wilde dat het vlug gebeurde. De lijdensweg duurde al ongeveer een week. Zijn familie vroeg mij meermalen waarom het zo lang moest duren”, zo verklaarde de verpleegkundige. Toen het ophogen van morfine niet hielp nam de verpleegkundige de beslissing medicijnen toe te dienen die wel tot het einde zouden leiden. De patiënt stierf anderhalf uur later.

In het ziekenhuis was het volgens de verpleegkundige gewoonte dat iedereen op eigen houtje dingen deed die eigenlijk aan artsen zijn voorbehouden. Dit gebeurde met het aanleggen van morfinepompen en het ophogen daarvan. „Ik heb het tien jaar lang zo gedaan en dat was beleid. Natuurlijk hoort een arts ons daarin te coachen, maar dat gebeurde niet. Je moest zo vaak bellen om beleid en in het weekend was dat er nooit.”

De gevolgen voor de verpleegkundige zijn niet mis geweest. Hij werd direct na het voorval ontslagen en er loopt nog een gerechtelijk vooronderzoek bij het openbaar ministerie in Haarlem. Volgens zijn raadsvrouw heeft het Waterlandziekenhuis haar cliënt voor een soort ”Lucia de B.” uitgemaakt - de verpleegkundige die in 2004 werd veroordeeld voor het doden van zeven patiënten. Maar die vergelijking gaat volgens de advocaat geheel mank.

De verpleegkundige had geen enkel probleem gehad om aan de medicijnen te komen; voor de morfine was een recept, de andere spullen lagen „met grote hoeveelheden in de kast” en behoefden geen andere verantwoording dan een aantekening in het patiëntdossier. De apotheek vulde wat ontbrak altijd weer aan.

„Ik heb niet als verpleegkundige gehandeld. Maar ik dacht: ik moet iets doen. Ik had het hem beloofd”, erkende hij zaterdag. „Ik was verantwoordelijk voor de patiënt. Op dat moment is er geen twijfel bij mij geweest. Ik heb wel getwijfeld om een arts te waarschuwen. Ik overleg eigenlijk altijd met artsen. Ik wou dat ik dat ik het terug kon draaien en het wel had gedaan.”

Afspraken met artsen over behandelingen werden volgens hem vaak telefonisch gemaakt of achteraf goedgekeurd. „Je moet er heel sterk op aandringen als je een arts wilt laten komen.”

Uitspraak op 23 maart.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer