De Reformatie als vader, het Réveil als moeder
VELP - „We hadden het ichthussymbool lang voordat je overal de visjes tegenkwam.” Ds. A. C. Louwerse, algemeen secretaris van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, wijst naar het logo van de bond: De letters ichthus, met daaronder een geopende Bijbel. „Daarin zie je precies waar we voor staan: Jezus Christus, Gods Zoon, is de Redder van de wereld en het ijkpunt van ons geloof.”
De Bond van Vrije Evangelische Gemeenten viert dit jaar feest: hij bestaat 125 jaar. De aangesloten gemeenten besteden morgen tijdens de kerkdienst aandacht aan dit jubileum. In de negentiende eeuw traden enkele gemeenten uit de Nederlandse Hervormde Kerk, mede vanwege onvrede met de overheidsbemoeienis in de kerk. Ze verenigden zich in 1881 in een bond.De Vrije Evangelische Gemeenten hebben de Reformatie als vader en het Réveil als moeder, verduidelijkt ds. Louwerse. „We staan in de traditie van de Reformatie. Dat zie je bijvoorbeeld terug in onze manier van theologiseren, de ambten in onze gemeenten en het sola scriptura. Daarnaast is er de invloed van de opwekkingstraditie van het Réveil. Die is te zien in de liturgie, de keuze van liederen.”
Belijdenisgeschriften
De Vrije Evangelische Gemeenten vormen dan ook geen theologische eenheid. De nadruk ligt op het persoonlijke geloof en er is geen vastgelegde belijdenis als richtsnoer voor de aangesloten gemeenten. De gedachte daarachter is dat een bepaalde leer mensen kan uitsluiten.
„Belijdenisgeschriften zijn altijd mensenwerk”, stelt ds. Louwerse. „Dat kan niet normatief zijn. Alleen de Heilige Geest staat tussen God en Zijn gemeenten in, geen belijdenisgeschriften of een synode. Dit brengt een type kerk met zich mee: vrije gemeenten die gelovend luisteren naar de Schrift.”
Dus iedereen kan geloven wat hij wil?
„Beslist niet. Qua theologische kleur kunnen mensen verschillen, maar het is de Heilige Geest Die het geloof inspireert en de Bijbel die de norm aangeeft. Ons persoonlijk geloof moet gegrond zijn in de Schrift. Daar wijzen we elkaar op. Maar geloven is bewegen. En de Heilige Geest leidt ons steeds opnieuw tot een nieuwe vorm van belijden.”
De Vrije Evangelische Gemeenten heten ”vrij” omdat ze veel waarde hechten aan de plaatselijke gemeente. „Dáár klopt het hart van de kerk. De eigen omgeving is de eerste plaats om je in te zetten voor Gods Koninkrijk. Omdat we het belangrijk vinden dat elke gemeente zich op zijn eigen manier ontwikkelt, wijzen we de macht van een synode af.”
Die vrije ontwikkeling brengt duidelijk verschillen tussen de diverse gemeenten met zich mee. Dat zorgt er soms voor dat een gemeente overhelt naar één deel van de traditie. „Ik merk in bepaalde gemeenten weinig ruimte voor opwekking. Elders zie je weer dat er nauwelijks aandacht is voor traditie. We moeten uitkijken dat we niet op één been gaan staan.”
In navolging van het Réveil besteden de Vrije Evangelische Gemeenten veel aandacht aan zending en sociale betrokkenheid. Ds. Louwerse: „Die praktische vormgeving was al zichtbaar in de negentiende eeuw, toen ds. De Liefde in Amsterdam de stichting Tot Heil des Volks oprichtte. De basis voor ons handelen is het Koninkrijk van God. Dat zorgt voor een levende opdracht: We moeten naar buiten gericht zijn. Daarmee houd je de hoop levend en voldoe je aan de opdracht van God.”
Samenwerking
De Vrije Evangelische Gemeenten tellen in totaal ongeveer 6000 leden. Bij de bond zijn 37 gemeenten aangesloten, waarvan de helft niet meer dan 100 leden heeft. Door die kleinschaligheid kan de bond niet overal zelf in voorzien. Hij heeft wel een eigen seminarium in Utrecht, maar werkt ook nauw samen met de theologische opleiding van de Protestantse Kerk aan de Universiteit Utrecht.
„Daarin komt onze verbondenheid met andere kerken tot uitdrukking”, zegt ds. Louwerse. „Zo doen we ook mee aan interkerkelijke initiatieven als Kerkinactie. Plaatselijk zijn de gemeenten vrij om met andere kerken samen te werken. Dat kan een baptistengemeente zijn, maar ook een gereformeerde kerk.”
Jaarlijks verlaten ruim honderd leden de bond. Dat is één gemeente. Hoe ziet u de toekomst?
„Getalsmatig gaat het niet goed, trouwens met geen enkele kerk in Nederland. Maar ik ben daar niet altijd rouwig om. Misschien is het juist goed als we eens op onszelf worden teruggeworpen. Wie zijn we en waarom zijn we er? Hoe kunnen wij in deze tijd, waarin steeds minder mensen lid zijn van een kerk, authentiek christen zijn? We moeten ons bezinnen op onze positie in een onchristelijk land en het gesprek aangaan met onze cultuur.”
Het komende jaar gaan alle plaatselijke gemeenten zich bezinnen op de toekomst van de bond. Ds. Louwerse, die in maart met emeritaat gaat, is aangesteld om dat proces te begeleiden. Op een extra bondsvergadering in het voorjaar van 2007 doet hij aanbevelingen. „Maar die zijn gebaseerd op wat de gemeenten inbrengen. Zij bepalen hoe het er in de bond toegaat.”