Mishandeling schering en inslag in Russische leger
MOSKOU - Hoewel hun verontwaardiging groot is, zullen veel Russen niet vreemd hebben opgekeken van de wrede mishandeling van soldaat Andrej Sitsjev. Sinds jaar en dag hebben Russische dienstplichtigen het meest te vrezen van hun eigen ’kameraden’. Een missie naar Afghanistan voor een Nederlandse soldaat lijkt een schoolreisje vergeleken bij de tweejarige dienstplicht die Russische rekruten moeten doorlopen.
Niets zal ooit de nacht van 31 december op 1 januari uit het geheugen van Andrej Sitsjev kunnen wissen. Terwijl overal ter wereld mensen onder het genot van champagne elkaar een voorspoedig Nieuwjaar toewensten, werd het leven van de 18-jarige soldaat, die sinds een halfjaar onder de wapenen was, in één klap verwoest.Samen met een handvol andere dienstplichtigen -die er beter van afkwamen- werd de rekruut op de tankopleiding van Tsjelabinsk, in het zuiden van de Oeral, ’ontgroend’. Drie uur lang sloegen een dronken superieur en een aantal jaargenoten van Sitsjev in op de jonge militair, die strak zat vastgebonden op een stoel. Pas na drie dagen werd de zwaargewonde soldaat in het ziekenhuis opgenomen. Daar konden de artsen niets anders meer voor hem doen dan zijn beide benen en genitaliën amputeren.
De verontwaardiging in Rusland over het voorval -dat pas eind vorige maand naar buiten kwam- is groot, temeer daar minister van Defensie, Sergej Ivanov, de zaak aanvankelijk dacht te sussen door tijdens zijn bezoek aan Armenië op te merken dat „er niets ernstigs aan de hand was.” „Anders”, zo zei Lavrov, „zou ik er wel van geweten hebben.”
Toen de minister, die wordt genoemd als een van de mogelijke opvolgers van president Poetin, de omvang van het drama duidelijk werd, wist hij niet hoe snel hij op zijn woorden moest terugkomen. Hij gelastte een onderzoek en beloofde de daders te zullen straffen.
Inmiddels is de directeur van de opleiding, generaal Viktor Sidorov, ontslagen en moeten vijf verdachten voor de rechter verschijnen. Naar vijf anderen loopt eveneens een onderzoek. Ook Sidorov hangt een proces boven het hoofd wegens nalatigheid en het achterhouden van informatie.
Dat de gebeurtenissen rond Sitsjev niet op iedereen evenveel indruk maakten, bleek dinsdag toen Russische media opnieuw een geval van mishandeling meldden. Een niet bij naam genoemde soldaat werd op 28 en 29 januari in de Siberische regio Irkoetsk door een sergeant in elkaar geslagen. Vervolgens zou hij er twee dagen over hebben gedaan om van zijn eenheid naar Irkoetsk te lopen, waar hij met bevriezingsverschijnselen in een ziekenhuis belandde. Van daaruit werd de soldaat afgelopen maandag naar een militair ziekenhuis in Chita -3000 kilometer ten oosten van Moskou- vervoerd. Artsen sluiten niet uit dat hij een been zal moeten missen.
Wreedheden zijn al jarenlang schering en inslag in het Russische leger, dat geldt als een van de bloedigste ter wereld voor de eigen soldaten. In een rapport dat in oktober 2004 werd gepubliceerd, doet mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) uitvoerig verslag van de misstanden onder Russische militairen.
Berucht is de ”dedovsjtsjina”, het ”bewind van de grootvaders”. De term staat voor stelselmatige vernedering, mishandeling en misbruik van rekruten binnen het leger. In deze cultuur mogen de ”djedi” (grootvaders) -soldaten in het tweede jaar van hun dienstplicht- alles doen met de ”doechi” (spoken) -de eerstejaars- wat ze willen.
De dienst van de doechi kan variëren van schoenpoetsen en knopen aannaaien tot het afstaan van alle persoonlijke bezittingen, soldij en een deel van het voedselrantsoen. Eerstejaars die weigeren, kunnen rekenen op straf - variërend van eindeloos opdrukken of kniebuigingen tot ranselpartijen met in natte doeken gewikkelde vuisten of knuppels.
Aangezien de meeste rekruten met de beste wil van de wereld niet kunnen voldoen aan de eisen van de djedi, zijn ze vaak gedwongen tot het nemen van een bijbaantje, bedelen of diefstal. Volgens het HRW-rapport is in veel Russische legereenheden zo een traditie ontstaan van uitbuiting en systematische mishandeling van eerstejaars.
Bijzonder zwaar zijn de laatste honderd dagen van de djedi, de zogenaamde ”stodnjevka” (honderddagenperiode). Rekruten moeten dan in ieder geval zorgen voor voldoende sigaretten -waarvan ze er elke dag één onder het hoofdkussen van de tweedejaars moeten leggen- om de dagen af te tellen. Het hoeft geen betoog dat als de eerstejaars deze periode ongeschonden doorkomen, ze als kersverse djedi graag wraak nemen op de nieuwe doechi.
HRW erkent dat ontgroeningsrituelen nuttig kunnen zijn voor de discipline en de onderlinge saamhorigheid in de strijdkrachten. Maar het bewind van de grootvaders leidt in het Russische leger tot zo veel wreedheden dat de discipline en bereidheid tot vechten dreigt te worden ondermijnd, aldus de organisatie.
Het zal dan ook niemand verbazen dat moord, zelfmoord en desertie in het Russische leger aan de orde van de dag zijn. Zo wist militair procureur Alexander Savjenkov afgelopen maandag te melden dat er in 2005 niet minder dan 139.000 delicten in het leger waren geregistreerd. Van de 15.700 onderzoeken die daarop volgden, leidden er 15.000 tot veroordelingen.
Een kwart van de 139.000 incidenten had te maken met ontgroeningen, aldus Savjenkov. Daarbij raakten 6000 soldaten gewond; in totaal werden er 2609 veroordelingen uitgesproken.
De militair procureur wist verder te vertellen dat vorig jaar ruim 10.000 deserteurs waren opgepakt - een lichte daling ten opzichte van 2004.
Al eerder meldde het Russische leger dat in 2005 zestien soldaten tijdens de ontgroening om het leven waren gekomen. Mensenrechtenorganisaties als het Comité van Soldatenmoeders beweren echter dat dat aantal veel hoger ligt, wanneer de soldaten die uit wanhoop zelfmoord plegen, worden meegeteld. Volgens het ministerie van Defensie beroofden vorig jaar 276 soldaten zich van het leven.
Uit onvrede over de misstanden in het leger, bezette afgelopen maandag een groep activisten van de Nationale Bolsjewistische Partij korte tijd het inschrijvingskantoor voor dienstplichtigen in het noorden van Moskou. Vanuit de ramen van het kantoor hielden ze portretten omhoog van Sivtsjek en strooiden ze met folders met daarop de tekst ”Ministers en generaals hebben een leger van dienstplichtigen nodig. Rusland heeft een leger van vrijwilligers nodig”.
Voor veel waarnemers ligt de oplossing van de huidige problemen in de afschaffing van de dienstplicht. Vlak voor de presidentsverkiezingen in mei 1996 leek het daar even van te komen, toen president Jeltsin beloofde vanaf 2000 met een beroepsleger verder te gaan.
Het plan verdween van tafel en maakt onder president Poetin geen schijn van kans. Die ziet de oplossing veeleer in het oprichten van een militaire politie.