„De hoge inkomens hebben meer profijt van de levensloopregeling dan de lage inkomens. Daar moet het kabinet iets aan doen”, aldus de voorman van de grootste vakbond van Nederland.Sinds 1 januari kunnen werknemers met de levensloopregeling een deel van hun brutoloon belastingvrij opzijzetten. Later kunnen zij met deze spaarpot op verlof. Omdat mensen met een hoog salaris in een hogere belastingschaal vallen, hebben zij meer voordeel van de regeling.

Van der Kolk wil ook dat bedrijven en instellingen hun werknemers moeilijker kunnen verbieden om verlof op te nemen. Bovendien wil hij werkgevers stimuleren bij te dragen aan het spaartegoed van werknemers. Op dit moment zien veel bedrijven daarvan af omdat zij hun vrijwillige bijdrage ook moeten uitkeren aan personeel dat niet voor verlof spaart.

Uiteindelijk doel is de verlofregeling zo aantrekkelijk te maken dat werknemers hun tegoed niet alleen voor verlof, maar ook voor scholing kunnen inzetten. „Op de langere termijn moet de levensloopregeling een rugzakje worden waarin werknemers behalve voor vrije tijd ook kunnen putten voor hun opleiding”, meent Van der Kolk. Hij wil dat personeel tegen die tijd een grotere som belastingvrij kan sparen.

Het inzetten van de spaarpot uit de levensloopregeling is een van de voorstellen van FNV Bondgenoten om serieus werk te maken van sociale innovatie. Met deze vorm van vernieuwing moeten werknemers productiever worden, onder andere door slimmere dienstroosters en door hen met zelfsturende teams meer verantwoordelijkheid te geven over hun werk. Volgens Van der Kolk zorgt sociale innovatie voor driekwart van alle innovatiekracht binnen bedrijven.

Met de werkgeversorganisatie AWVN werken de bonden aan een Centrum voor Sociale Innovatie, waarin bedrijven ervaringen over sociale innovatie kunnen uitwisselen. Gebrek aan scholing is volgens hem op dit moment hét grote probleem van Nederland. Als de economie weer aantrekt, zal in bedrijven snel een tekort aan gekwalificeerde jongeren ontstaan. Bovendien is scholing van mensen essentieel om van Nederland een kennisland te maken, zegt Van der Kolk.