Volgens gedeputeerden J. Suurmond en A. Poppelaars biedt verkoop van de aandelen een goede mogelijkheid om een tunnel bij Sluiskil sneller gerealiseerd te krijgen.Het Rijk bezit 95 procent van de aandelen en Zeeland 5 procent. In 2004 gaf het Rijk te kennen dat het zijn aandelen van de hand wenste te doen en Zeeland werd gevraagd een standpunt in te nemen. Volgens de provincie waren er vier mogelijkheden: ook de aandelen verkopen, het aandelenbelang handhaven, een meerderheid van de aandelen verwerven of alle aandelen van het Rijk kopen.

Het aankopen van meer of alle aandelen brengt voor de provincie financiële risico’s met zich mee. Het vergt een forse investering die door mogelijk tegenvallende verkeersaantallen in de toekomst moeilijk terug te verdienen is. Het huidige aandelenbelang handhaven betekent dat Zeeland wordt ’meeverkocht’ en dat er weinig invloed uitgeoefend kan worden op het te voeren commerciële beleid.

Na maandenlang overleg met de ministeries van Financiën en Verkeer en Waterstaat heeft Zeeland besloten de aandelen te verkopen. Uit dit overleg kwam namelijk naar voren dat de opbrengst van verkoop kan worden aangewend om de tunnel bij Sluiskil versneld te realiseren, een lang gekoesterde wens van Zeeland.

Ook wil Zeeland garanties dat de tarieven niet extreem zullen stijgen nadat de tunnel in commerciële handen is overgegaan. Daarvoor gaan het Rijk en Zeeland en de huidige tunnelexploitant (NV Westerscheldetunnel) een concessieovereenkomst aan waarin een maximale jaarlijkse stijging van 2 tot 3 procent boven inflatie wordt vastgelegd. De koper van de aandelen dient zich te houden aan deze overeenkomst, die tot het einde van de exploitatieperiode in 2033 loopt.

De beide gedeputeerden verwachten dat de verkoop van de aandelen snel in werking kan worden gezet. Een snelle afwikkeling zou gezien de huidige lage rentestand ook in het belang van Zeeland zijn.