Economie

Kennismaken met zakelijk Afghanistan

DEN HAAG (ANP) - „We hebben inderdaad wat problemen.” De Afghaanse minister van Handel, Hedayat Amin Arsala, windt er op zijn manier geen doekjes om. Maar de gevaren waar ondernemers in zijn land tegenaan kunnen lopen, worden naar zijn smaak overdreven. Voor Nederlandse bedrijven zijn er volop kansen in Afghanistan.

Sal Stam (ANP)
3 February 2006 22:33Gewijzigd op 14 November 2020 03:26

Arsala was vrijdag in Den Haag een van de sprekers op een congres over zakendoen in Afghanistan. Nu het land met internationale hulp weer in stabieler vaarwater komt, kan ook aan de verdere economische opbouw worden gedacht. De private sector speelt daarin een sleutelrol, aldus de minister. Afghanistan, ooit een belangrijke schakel in de zogeheten zijderoute, moet economisch weer een speler worden die ertoe doet.Aan de Afghaanse regering zal het niet liggen. De wetgeving op het vlak van investeringen is een van de meest liberale in de wereld, zegt Arsala. Wie een bedrijf wil starten, heeft binnen een week de benodigde papieren in huis. Toch zijn er nog de nodige obstakels. De veiligheid in het land vormt verreweg de grootste zorg. In gebieden waar gewapende milities heer en meester zijn, is het moeilijk zakendoen. Toch vindt minister Arsala dat er ten onrechte een negatief beeld bestaat over de veiligheid in zijn land. „Ik zelf ben niet bang”, zegt hij droogjes.

Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag is de situatie in Afghanistan inderdaad verbeterd. Vrijdag kondigde het ministerie aan zijn reisadvies voor Afghanistan te zullen aanpassen. Bedrijven kunnen in sommige delen van het land (met name in de hoofdstad Kabul en het noorden) aan de slag, mits ze de juiste voorzorgsmaatregelen nemen.

Uit cijfers van de Afghaanse regering blijkt dat sinds 2003 ongeveer 4500 nieuwe investeringsprojecten in het land zijn opgestart. Nederland speelt daarin een zeer bescheiden rol. Volgens de EVD (onderdeel van het ministerie van Economische Zaken) zijn niet meer dan enkele tientallen Nederlandse bedrijven in het Aziatische land actief.

Op het congres in Den Haag bleek dat er voor ondernemers tal van „opportunities” zijn, uiteenlopend van textiel, logistiek, tapijt, onroerend goed tot niet te vergeten infrastructuur, dat een sleutelrol speelt in de handel zowel binnen Afghanistan zelf als met de omringende landen. Daarnaast is er veel behoefte aan kennis. Minister van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) geeft steun aan projecten waarbij hoogopgeleide Afghanen die in Nederland wonen kunnen helpen bij de wederopbouw in hun geboorteland.

De Afghaanse economie is klein van omvang. Uit cijfers van de Wereldbank blijkt dat het bruto binnenlands product (bbp) in 2004 rond de 5,8 miljard dollar bedroeg. Een groot aantal mensen leeft van de papaverteelt, die in omvang overeenkomt met 60 procent van het bbp. Volgens de Nederlandse ambassadeur in Afghanistan, Martin de la Bey, is er een „omslagpunt” nodig, zodat boeren op andere gewassen zoals maïs kunnen overstappen. Ook daarin kan het bedrijfsleven een rol vervullen.

Het congres in Den Haag vond op een bijzonder moment plaats, een dag nadat duidelijk was geworden dat de militaire missie naar de provincie Uruzgan zal doorgaan. Nederland hoopt dat de missie te zijner tijd ook de aanzet kan vormen tot verdere economische ontwikkeling. Dat kan in eerste instantie met behulp van reserveofficieren die een economische achtergrond hebben en ter plekke de bevolking terzijde staan met zaken als trainingen en kleinschalige handel, zoals bakkerijen en smederijen. In het noorden van Afghanistan en eerder in Bosnië zijn op deze manier positieve ervaringen opgedaan.

Dat de ontwikkeling van de Afghaanse economie een zaak van lange adem zal zijn, staat buiten kijf, zegt Connie Valkhoff van Fair Trade, een organisatie die kleine producenten terzijde staat en ook producten van hen koopt. Valkhoff was vorig jaar zelf in Afghanistan, waar ze met eigen ogen zag dat de lokale productie nog een flinke slag moet maken. In het bewustzijn over zaken als voedselkwaliteit moet nog veel verbeteren. Eén ding staat vast: de Afghanen staan te popelen om aan de slag te gaan. Ze zijn enorm enthousiast, aldus Valkhoff.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer