helemaal niet erg als de biologische landbouw als luxe blijft gelden. Want dat is hij ook.” Op de jaarlijkse sectordag van boerenorganisatie LTO Noord verdedigden vrijdag vermaarde sprekers hun stelling. Prof. Rudy Rabbinge bijvoorbeeld, Eerste Kamerlid voor de PvdA en hoogleraar in Wageningen. Hij kwam vorig jaar in het nieuws toen de Verenigde Naties (VN) hem vroegen hoe de wereldvoedselproductie kan worden verbeterd. Volgens hem heeft de biologische landbouw perspectief zolang de ambities zich beperken tot „kernkarakteristieken.”

Een daarvan is dat de biologische sector afziet van concurrentie met de gangbare landbouw. „Dat heeft nauwelijks zin, want die ontwikkelt zich ook voortdurend. De ecologisering schrijdt daar voort. In groentenkassen zijn tegenwoordig nauwelijks meer pesticiden nodig.” De biologische landbouw moet zich niet profileren vanuit een nederlagenstrategie, vindt hij, en moet als „luxe” zeker overeind blijven.

„Onderscheiden jullie je door als nichemarkt de toegevoegde waarde in de benen te houden. Je moet niet benadrukken dat je het voor het milieu doet, ook niet dat je ’t om je gezondheid doet: je doet het voor je ziel. Omdat je integer wilt produceren. Geen kunstmest, geen pesticiden, oké. Tegelijkertijd is het een illusie dat je in stand kunt houden wat in de jaren vijftig en zestig gangbaar was. Richt je op dat waarin je je onderscheidt. Biologisch is een liefhebbermarkt die nog best wat kan groeien. De afnemers zijn doorgaans mensen die dicht bij zichzelf en bij de natuur willen blijven.”

Als VN-adviseur weet Rabbinge echter zeker dat ”biologisch” tekortschiet als het erom gaat de wereldvoedselproductie zo te verbeteren dat straks alle (verwachte) 8 miljard monden kunnen worden gevoed. „De voedselvoorziening wereldwijd vraagt om gangbare landbouw die soms gebruikmaakt van biologische mogelijkheden. Er wordt op dit moment slechts een fractie van de hoeveelheid pesticiden gebruikt die voorheen werd toegepast. Preventief spuiten gebeurt nauwelijks meer. De biolandbouw leverde een bijdrage aan de ecologisering van de gewone.”

Niels Röling, emeritus hoogleraar communicatie in Wageningen, legt wat andere accenten dan Rabbinge. „Jammer dat het onderzoek van de Consumentenbond vorige week meldde dat biologisch en gangbaar niet veel van elkaar verschillen qua smaak en samenstelling. Het argument van de biologische sector moet echter zijn dat ze niet alleen voedsel produceert, maar ook andere ecologische diensten levert: gezondheid, zuiver water, koolstofbinding en behoud van biodiversiteit.”

Biologische landbouw is de landbouw van de toekomst, zo veel weet Röling zeker. De sector zou echter moeten ophouden met het praten over marktwerking, competitie en schaalvergroting. „Een biologische boer moet zich niet op laten jagen door marktonderzoeken en lage prijzen.”

Het is een feit dat 50 of 60 procent van de consumenten „puur hedonistisch” kiest voor lage prijzen en gemak, zegt Röling. „Toch is 20 procent nog wél aan te spreken op iets anders en voor nóg eens 20 procent geldt een zorgvuldig beheer van omgeving en ruimte als belangrijk. Hamer niet langer op gezonder en lekkerder, maar benadruk de duurzaamheid van je manier van werken.”

Volgens Marius Groenenberg, accountmanager van Triodosbank -bank met ideële motieven-, kan de biologische sector juist wél groeien door niet-aflatend te tamboeren op gezond en lekker. „Een beetje meer lef mag wel.” Groenenberg noemt topkok Jonnie Boer van sterrenrestaurant De Librije in Zwolle en tv- en cultkok Jamie Oliver als „wegbereiders” van de biologische land- en tuinbouw. „Zij roemen de veel betere smaak en structuur van de bioproducten. Het ”lekker” moet er bij de consument worden ingeramd. De biologische sector heeft de consument echt wat te bieden. Preek je eigen kwaliteit.”