Rechten slachtoffers tsunami met voeten getreden
NEW YORK (ANP) – De overheden van India, Indonesië, Thailand, Sri Lanka en de Maldiven doen volstrekt onvoldoende ter bescherming van de rechten van de slachtoffers van de tsunami. Ze staan toe, of ze werken eraan mee, dat burgers onrechtmatig land wordt afgenomen, dat slachtoffers van de vloedgolven van eind eind december 2004 worden gediscrimeerd of dat vooral arme vrouwelijke slachtoffers blootstaan aan seksueel misbruik.
Dat staat in een woensdag verschenen rapport van drie buitenlandse hulporganisaties in opdracht van de Verenigde Maties. Volgens ActionAid International, People’s Movement for Human Rights Education en Habitat International Coalition zijn voor het onderzoek 50.000 slachtoffers en functionarissen ondervraagd in de vijf landen.De organisaties stellen dat de meest kwetsbare groepen onvoldoende geholpen worden. Ze worden soms illegaal verdreven om ruimte te maken voor wederopbouwprojecten die voor anderen zijn bedoeld, ze worden onvoldoende beschermd in opvangkampen of volstrekt genegeerd. In dat laatste geval gaat het onder meer om mensen uit de laagste kasten in India.
De rapportage, die via de VN is verspreid, rept ook van commerciële belangen van overheden bij de wederopbouwprojecten, waarbij de noden van de plaatselijke bevolking niet serieus worden genomen. Volgens de opstellers schenden de overheden het vertrouwen van de internationale gemeenschap, dat na de natuurramp miljarden op tafel legde voor noodhulp en wederopbouw.
