Binnenland

Huidige situatie overlevenden Schipholbrand weegt mee bij uitzetting

DEN HAAG (ANP) – Artsen van de Immigratie– en Naturalisatiedienst (IND) zullen zich bij hun oordeel over de uitzetting van mogelijk getraumatiseerde overlevenden van de Schipholbrand alsnog baseren op hun actuele medische situatie. De betrokkenen moeten dan wel opnieuw een verklaring ondertekenen waarin zij toestemming geven om die gegevens te gebruiken.

1 February 2006 07:14Gewijzigd op 14 November 2020 03:25

Die toezegging deed minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) dinsdagavond in de Tweede Kamer tijdens een spoeddebat over de kwestie. Ze deed dat nadat vrijwel de hele Kamer zware kritiek had geuit op de werkwijze van het Bureau Medische Advisering (BMA), dat onderdeel is van de IND.Dat bureau had tot nu toe alleen op basis van gedateerde gegevens uit de medisch dossiers een oordeel geveld. De BMA–artsen hadden de huidige behandelend artsen niet geraadpleegd over de medische en psychische situatie. Volgens Verdonk was dat formeel ook niet mogelijk, omdat zij daarvoor een toestemmingsverklaring hadden moeten tekenen. De overlevenden hadden dat alleen gedaan toen zij vlak na de brand in de detentiecentra werden behandeld.

De bewindsvrouw had op basis van het BMA–oordeel begin dit jaar vijftien overlevenden die nog onder medische behandeling zijn, meegedeeld dat ze binnen vier weken Nederland moesten verlaten. Op dit besluit kwam forse kritiek, niet alleen vanuit de Tweede Kamer, maar ook van behandelend artsen. Zo had de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Groningen, waar de betrokkenen verblijven in een opvangcentrum, aangedrongen op voortzetting van de behandeling.

Volgens Verdonk hadden de betrokkenen in een bezwaarprocedure alsnog een nieuwe toestemmingsverklaring kunnen ondertekenen, maar zij versnelt dit nu met haar toezegging. De Tweede Kamer moet volgens de minister echter niet verwachten dat alle betrokkenen dan alsnog kunnen blijven. „Als het BMA beoordeelt dat iemand in staat is te reizen en de noodzakelijke medische behandeling ook in het herkomstland kan krijgen, zal toch uitzetting volgen".

Vooral de linkse oppositiepartijen zijn het hier niet mee eens. Zij vinden het de morele plicht van Nederland om degenen die zo’n traumatiserende gebeurtenis hebben meegemaakt, hier de behandeling te geven. Verdonk vindt het de morele plicht van Nederland om de gewenste zorg te geven en dan maakt het niet uit of het in het herkomstland is. Ze stelde dat de betrokkenen illegaal waren en toch al op de nominatie stonden om het land uitgezet te worden.

Vooral de oppositie, maar ook D66 en VVD waren het niet eens met de werkwijze van de BMA–artsen. Lambrechts (D66) zei „grote zorgen" te hebben over de gang van zaken bij het bureau. Ze wees erop dat het bureau zelf niet een serieuze poging had gedaan om een actuele medische situatie boven tafel te krijgen. De SP en GroenLinks blijven twijfels houden of de betrokkenen wel goede behandeling krijgen voor mogelijke psychische stoornissen.

Verder waarschuwde Verdonk de oppositie ervoor dat zij opnieuw voor onrust kunnen zorgen als zij vrijdag het opvangcentrum in Ulrum gaan bezoeken, waar de vreemdelingen verblijven. „Zij zien weer mensen uit Den Haag, en advocaten die van alles zeggen te willen. Dat zorgt voor onzekerheid bij deze mensen". De Kamerleden Straub (PvdA), De Wit (SP) en Vos (GroenLinks) willen er praten met de overlevenden die uitgezet dreigen te worden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer