Gezinscoach Rotterdam niet de methode
De gemeente Rotterdam is ruim een jaar geleden begonnen met het project VIG, Vroegtijdige Interventie in Gezinnen. Jantine Kriens en Remco Oosterhoff vinden dat de methode niet door de beugel kan.
In de praktijk stapt de gezinscoach pas een gezin binnen als dat al een langdurig traject van niet geslaagde hulpverlening achter de rug heeft. Het is goed dat het college werk maakt van opvoedingsondersteuning en de hulp aan ouders die dat nodig hebben. Bij veel van de gezinnen is er sprake van veel en langlopende problemen en alle gezinnen hebben een bijstandsuitkering. Uit de eerste evaluatie blijkt dat de aanpak succesvol is en dat ouders er in slagen hun gezinsleven weer enigszins op de rails te krijgen.Waarom is de aanpak succesvol? Volgens wethouder Van den Anker vooral omdat ze tegen die ouders zegt: „Je werkt nu mee aan dit traject, anders krijg je geen uitkering meer.” Tsja, dan sta je als ouder wel met je rug tegen de muur. Laat dan die gezinscoach maar binnenkomen en de opvoeding overnemen.
Resultaten
In Nederland kennen we een gerechtelijke procedure voor het tijdelijk ’overnemen’ van de opvoeding van kinderen in een gezin waar het niet lekker loopt. Dat is de zogenoemde ondertoezichtstelling (OTS), die wordt opgelegd door de kinderrechter. Als er signalen zijn van misstanden in een gezin, vanuit bijvoorbeeld de jeugdhulpverlening, doet de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek. De hele zaak wordt voorgelegd aan de rechter. En die doet een uitspraak en beslist wie het toezicht krijgt over de opvoeding van de desbetreffende kinderen. De ontwikkeling van het kind staat daarbij centraal. Een procedure die helder en objectief is en in de wet is vastgelegd.
In Rotterdam kan een wethouder bepalen wie er het gezin binnenkomt en de opvoeding tijdelijk overneemt. Een procedure die niet is vastgelegd in de wet, en door niemand is te toetsen. Deze wethouder krijgt dit voor elkaar door te dreigen met stopzetting van de uitkering van de ouders. Hiervoor gebruikt het college de Wet werk en bijstand (WWB) op een creatieve manier.
„Het is inderdaad een gekunstelde oplossing”, meldde Van den Anker hierover onlangs in de commissie sociale zaken en onderwijs. En dat is een meer dan terechte opmerking. De WWB richt zich namelijk helemaal niet op kinderen of gezinnen, maar op volwassen individuen die weer aan het werk zouden moeten.
Kortom, een wet die zich richt op mensen vanaf 18 jaar die een baan zoeken. Over de ontwikkeling van het kind is in die wet niets te lezen. Het blijkt ook wel dat het college hiermee worstelt. Want in het ene beleidsstuk is de doelgroep van VIG gedefinieerd als: „Volwassen ouders met een grote afstand tot de arbeidsmarkt” en in het andere stuk is de doelgroep opeens: „Kinderen tot 15 jaar in een multi-problem-situatie.” Op die manier krijg je wel een heel vrijzinnige uitleg van de WWB.
De politieke discussie over deze ingrijpende interventie in gezinnen is in Rotterdam nooit gevoerd. Het college is gewoon begonnen, zonder zich iets van de raad aan te trekken of deze te informeren. Na één jaar proefdraaien wilde de wethouder die discussie nu wel aan. Er lag nu tenminste ook een evaluatie over het VIG-project met niets dan lof. „De resultaten tellen immers…”, sprak het college tijdens de commissievergadering.
Als dat de richtlijn wordt, hebben we er nog wel één. Sluit alle winkeldieven vanaf nu gelijk twintig jaar op. De effecten en de resultaten zullen verbluffend zijn. De grote vraag is wel of het gewenst is en of de wet dan juist en naar behoren wordt toegepast. Beide vragen kunnen klip en klaar met nee worden beantwoord.
Toch is de politiek in de hele VIG-operatie wel buitenspel gezet en hebben we de politieke discussie vooraf, op het moment dat deze moet plaatsvinden, nooit met het college kunnen voeren.
Fatsoenlijk
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de toetsing door een objectieve deskundige, er komt immers geen rechter meer aan te pas. Of over de aanpak van gezinnen die geen WWB-uitkering ontvangen. Welke wet gaat het college ’gekunsteld’ ter hand nemen om ook die gezinnen verplicht te ondersteunen? En wat gebeurt er als na zes maanden de gezinscoach het gezin verlaat? Bedenk wel dat uit de evaluatie blijkt dat 40 procent van de desbetreffende ouders zwakbegaafd is!
Bemoeizorg is prima en kan mensen helpen hun leven weer op de rails te krijgen. Een duwtje in de rug of dwang is dan soms ook nodig. Maar laten we het wel fatsoenlijk en controleerbaar doen. Want met alleen het argument: „Resultaten tellen”, komen we er niet.
De auteurs zijn respectievelijk gemeenteraadslid voor de PvdA en lijsttrekker voor de ChristenUnie/SGP in Rotterdam. Beiden zijn lid van de raadscommissie sociale zaken en onderwijs.