Kerk & religie

„Interreligieuze dialoog theologisch mislukt”

DEN HAAG - „Een interreligieuze dialoog klinkt mooi, maar de theologie is er nagenoeg helemaal uit verdwenen. In ruim honderd jaar zijn we nog geen meter verder gekomen”, constateert dr. Derek Suchard. „We hebben het in de dialoog alleen over ethische zaken, mensenrechten, vrede, de positie van de vrouw. Dat is allemaal goed, maar noem het geen interreligieuze dialoog.”

K. van der Zwaag
30 January 2006 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 03:25
DEN HAAG – „De interreligieuze dialoog heeft niets opgeleverd”, stelt dr. Derek Suchard. „En dan zeg ik: Je moet dat hele project herzien.” Maandag promoveert hij in Nijmegen op een dissertatie over „de grenzen van een ethisch centrische interreligieuze
DEN HAAG – „De interreligieuze dialoog heeft niets opgeleverd”, stelt dr. Derek Suchard. „En dan zeg ik: Je moet dat hele project herzien.” Maandag promoveert hij in Nijmegen op een dissertatie over „de grenzen van een ethisch centrische interreligieuze

Suchard (1955) promoveert maandag aan de Radboud Universiteit Nijmegen op een proefschrift over „de grenzen van een ethisch-centrische interreligieuze dialoog.” Hij bestudeerde de interreligieuze dialoog bij onder anderen de kerkvaders (de apologeten), Petrus Abaelardus, Nicolas van Cusa (beiden levend in de middeleeuwen), Lessing (verlichting) en Karl Barth. Verder onderzocht hij de dialoogopvattingen vanaf 1893, toen het eerste Wereldparlement van de Religies in Amerika bijeenkwam; daarna de opvattingen van de wereldzendingsconferentie in Edinburgh (1910), van de Wereldraad van Kerken en die over eenheid en dialoog bij het Vaticaan (dat een eigen secretariaat van relaties met andere religies kent).Al deze interreligieuze gesprekken hebben echter weinig opgeleverd, concludeert dr. Suchard. „In de eerste fase na 1893 werd nog gepoogd om een theologische ontmoeting tussen de verschillende religies na te streven. Het ging toen theologisch nog ergens over. Maar in de tweede helft van de onderzochte periode hebben de onderwerpen weinig of niets meer met religie te maken.”

De belangrijkste reden is volgens hem dat de aanhangers van de drie grootste religies, de abrahamitische, dat wil zeggen: jodendom, christendom en islam, niet van hun geloof willen afstappen. „Zij beschouwen zich alle drie als exclusief en beroepen zich op openbaring. In de praktijk wil de christen niet af van het geloof in Jezus, de moslim aanvaardt Jezus nooit als de Zoon van God en een jood is vaak helemaal niet geïnteresseerd in een interreligieuze dialoog. De werkelijke interesse in dialoog treft je dan ook vooral aan bij het hindoeïsme en het boeddhisme.”

De eigenlijke religieuze kwesties worden verzwegen, hoewel ze als zodanig nog in het vaandel staan. Dr. Suchard wijst op enkele gerenommeerde tijdschriften, zoals Current Dialogue, die de dialoog officieel zeggen te onderzoeken, maar voornamelijk over ethische en maatschappelijke onderwerpen gaan. „Dat laatste is natuurlijk goed en nodig, maatschappelijk relevant, maar het betreft niet de kern van de zaak. Voor mij is de kern van de dialoog dat je eerst goed formuleert wat je gelooft en dat je samen met anderen tot iets nieuws komt, een nieuw geloof of nieuwe theologie.”

Persoonlijke contacten
De interreligieuze dialoog, voor zover die deze naam dus mag dragen, is niet veel verder gekomen dan persoonlijke contacten tussen aanhangers van godsdiensten, zegt dr. Suchard. „Het gaat dan om een dialoog tussen religieuze mensen, maar niet tussen religies. De dialoog heeft in de geschiedenis lang in het teken gestaan van de ander te bekeren. Daar is men grotendeels van afgestapt. Maar tegenwoordig leven er nog veel christelijke zendelingen die dit nastreven, veel meer dan moslimzendelingen, alhoewel die er uiteraard ook zijn.”

De promovendus constateert dat de cultuur van de meeste moslimlanden zeer gastvrij is. „Ik ben veel in het Midden-Oosten geweest en heb daar de vriendelijkheid van de moslims gezien. Ze nodigen je graag uit in een moskee en drinken daarna iets met je. Maar, als christenen vervolgens aan hen vragen ook hun kerkdienst te bezoeken, gaan zij er in de regel niet op in.”

De contacten tussen de aanhangers van religies zijn vooral gegroeid toen mensen uit verschillende religies sinds het einde van het koloniale tijdperk in de vorige eeuw naar het Westen kwamen. „De dialoog kreeg een plaats aan de universiteiten en in de buurthuizen. Maar deze heeft niet geleid tot meer toenadering op theologische vlak. Winst is wel dat de contacten hun maatschappelijke voordelen hebben gehad. Maar daarvoor heb je de theologie niet nodig.”

Eerlijkheid
Suchard is als vertaler werkzaam voor het ministerie van Defensie in Den Haag. Hij werd geboren in Toronto, waar hij opgroeide in een, zoals hij het noemt, „conservatieve gemeenschap” van het Leger des Heils. Met zijn Nederlandse vrouw en in Canada geboren zoon kwam hij in 1992 naar Nederland. Hier ging hij de sociaal-culturele studie van de godsdiensten aan de Universiteit van Amsterdam volgen. „In tegenstelling tot wat ik van andere theologiestudenten hoor, ben ik door mijn studie niet mijn geloof kwijtgeraakt. Integendeel. Door mijn studie heeft het geloof weer een plek in mijn leven gevonden, al was het niet meer het geloof van mijn jeugd.”

De promovendus is voorzitter van de Nederlandse Unitarische Universalistische Gemeenschap, een religieus genootschap dat uitgaat van één God (en een drie-eenheid verwerpt). Het is een genootschap dat in Nederland rond de 150 leden telt, maar feitelijk door enkele duizenden wordt aangehangen, aldus Suchard.

Hij is verder lid van de Nederlandse afdeling van de International Association of Religious Freedom. De vrijheid van godsdienst staat vooral onder druk in islamitische landen, constateert hij. „In een land als Egypte krijg je problemen als je als moslim christen wordt, in andere islamitische landen wacht je de doodstraf. In Europa zullen de problemen zich vermeerderen als we de islam voortdurend typeren als een vijand van het Westen. De situatie kan dan binnen vijftig jaar explosief worden. En vijftig jaar is niets voor een geschiedenis van een land.”

De promovendus vindt theologische eerlijkheid in de dialoog van groot belang. Hij herkent het gevecht tussen de oecumenicals en evangelicals in de jaren zeventig van de vorige eeuw over de kwestie ”dialoog” of ”getuigenis”. „De evangelicals waren op dit punt eerlijk. Ze dachten: Als wij de ander niet vertellen van het heil in Jezus, dan komen ze in de eeuwige verdoemenis. Daarom konden ze ook niets van hun boodschap opgeven. Maar ook moslims zijn daar eerlijk in, behalve de soefibeweging, die wél iets met dialoog heeft. De joden willen helemaal geen dialoog. Zij willen alleen maar met rust gelaten worden. Maar bij de meeste aanhangers van de godsdiensten geldt: wij hebben het en weten het. De interreligieuze dialoog heeft niets opgeleverd. En dan zeg ik: Je moet dat hele project herzien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer