Dat betekent dat 90 procent van de West-Europese populatie dit jaar voor Nederland als zomerverblijf heeft gekozen, zo heeft Natuurmonumenten woensdag becijferd.

Vooral het rustige Waddengebied is enorm populair onder de watervogels, die leven van stekelbaarsjes en garnalen. Ongeveer 900 paren broeden op de Wadden, waarvan 240 op Schiermonnikoog. Andere belangrijke broedplaatsen zijn het Zwanenwater, Voorne en de Oostvaardersplassen. Tot 1996 verkozen de lepelaars het vasteland. Sindsdien wijken ze steeds vaker uit naar de eilanden.

Vorig jaar telde Nederland 1114 koppeltjes lepelaars. Het oude record stond op 1270 en dateert van vier jaar geleden. De populatie lepelaars groeit al jaren, behalve in 1999. Vanwege enorme droogte in Zuid-Spanje bleven veel lepelaars toen steken. De vogels die Nederland wel bereikten, kregen uitzonderlijk veel jongen. Deze beesten zijn nu drie jaar oud en geslachtsrijp. Dat zou het record van dit jaar verklaren, aldus Natuurmonumenten.

In de jaren zestig ging het in Nederland slecht met de lepelaars. Door industriële giflozingen werden in 1968 slechts 151 broedparen geteld. Na een verbod op deze lozingen en schadelijke bestrijdingsmiddelen ging het beter. De lepelaar kwam er weer helemaal bovenop dankzij het beschermingsplan in de tweede helft van de jaren negentig.