Daden nodig bij vervolg ‘Lissabon’
BRUSSEL - De nationale actieplannen om groei en werkgelegenheid te bevorderen, liggen op tafel. „Het komt nu aan op daden”, benadrukt voorzitter Barroso van de Europese Commissie. Volgend jaar breekt volgens hem het moment van de waarheid aan. Dan moet blijken wat alle goede bedoelingen opleveren.
De lente nadert en het is gebruikelijk dat de EU rond die tijd gaat praten over de stand van zaken op het vlak van de zogenoemde Lissabonstrategie. Deze week vond de aftrap plaats van de discussie.Het begon ooit uiterst ambitieus. In maart 2000 besloten de regeringsleiders in de Portugese hoofdstad ernaar te streven de Unie in het huidige decennium op te stuwen tot de best presterende kenniseconomie ter wereld. De VS en de aanstormende Aziatische grootmachten zouden het nakijken krijgen. Maar mede door de recessie die spoedig volgde, draaide het uit op een jammerlijke mislukking.
Vorig jaar, na een studie met aanbevelingen van een werkgroep onder aanvoering van oud-premier Kok, blies de Commissie het project nieuw leven in. In dat kader hebben alle 25 landen in de herfst een programma ingediend van maatregelen die op stapel staan om het tij van een haperende welvaart te keren. Woensdag verschenen de commentaren op de inzendingen. Over twee maanden vergaderen de regeringsleiders over ’Lissabon’. Het is de inzet dat zij zich op die top politiek binden aan gemeenschappelijke concrete doelstellingen.
Brussel heeft bij de beoordeling van de in uitvoering zijnde en de voorgenomen inspanningen geen rapportcijfers uitgedeeld. Het blijft bij het opsommen van succesvolle punten en van terreinen die, zoals het in diplomatieke verpakking luidt, „om verdere ontwikkeling vragen.” Barroso: „Elk verslag bevat tekortkomingen en niemand bezit een monopolie op de wijsheid.”
Hij opereert voorzichtig, want de lidstaten wensen niet aan de schandpaal te worden genageld. Zij zijn per slot van rekening bij het bepalen van de economische koers baas in eigen huis. Geen controle met eventueel sancties en geen ranglijst van de mate waarin landen al dan niet goed bezig zijn. „We willen het samen doen, in partnerschap, leren van elkaars ervaringen”, heet het in de bewoordingen van de chef van de Commissie.
Maar in een toelichting viel terloops toch iets te beluisteren van een pluim voor enkele landen. Voor de Scandinavische bijvoorbeeld. Zij investeren fors in scholing en research en kenmerken zich door flexibiliteit. En Finland, Ierland en Luxemburg vermeldde hij om daarmee te illustreren dat het ene sociale systeem -de drie hebben wat dat betreft een verschillende benadering- zijn inziens niet beter is dan het andere. „Niet kibbelen over sociale modellen”, vindt hij.
Barroso en zijn team selecteren op dit moment een viertal prioriteiten als het gaat om zaken die de aandacht vragen: meer geld uittrekken voor onderwijs, onderzoek en innovatie; de administratieve lasten voor bedrijven, met name voor de kleinere, terugdringen en een klimaat creëren dat het ondernemerschap aantrekkelijk maakt; ouderen stimuleren om niet te vroeg uit te treden en barrières in dat verband weghalen; en een ongestoorde aanvoer van energie veiligstellen. Dit laatste thema was al eerder ontdekt, maar het prijkt dominant op de agenda van de EU sinds Rusland kortgeleden met de problemen over het gas voeding heeft gegeven aan de overtuiging dat aan de afhankelijkheid van leveranties van elders flinke risico’s kleven.
De Europese Commissie bepleit gekwantificeerde afspraken op diverse beleidsonderdelen. Zo roept zij ertoe op de uitgaven voor het hoger onderwijs uit te breiden van de 1,28 procent van het nationaal inkomen nu tot 2 procent in 2010 en de publieke en private financiële middelen ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling naar een niveau van 3 procent te tillen. Eind 2007 dient er in elk land één loket te zijn, een ”one stop shop”, waar mensen snel alle administratieve rompslomp kunnen regelen voor het starten van een bedrijf en moet de tijd die daarmee gemoeid is, zijn gehalveerd. De overheden behoren ervoor te zorgen dat jongeren die de school verlaten en niet aan de slag komen binnen een halfjaar, en in een later stadium binnen honderd dagen, een baan, vervolgopleiding of training aangeboden krijgen.
Al met al aan prachtige plannen en mooie woorden geen gebrek. Maar dat gold in voorgaande fasen van het Lissabonproces eveneens. Om resultaat te boeken, is echter uitvoering nodig van de beoogde, soms pijnlijke en onpopulaire maatregelen. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft het effect voor de EU als geheel berekend op 0,8 procent extra groei per jaar. Barroso moedigt de verantwoordelijke nationale politici aan doortastend te zijn. „Daarmee verlies je verkiezingen niet, maar win je ze”, zegt hij in hun richting.
Prio’s van Barroso:
- Meer geld uittrekken voor onderwijs, onderzoek en innovatie.
- Administratieve lasten voor bedrijven verlichten.
- Ouderen stimuleren om niet te vroeg uit te treden.
- Een ongestoorde aanvoer van energie veiligstellen.