Met Jozua 4:6 naar Duitsland
Titel:
”The Christian Travelers Guide to Germany”
Auteur: Irving Hexham en Lothar Henry Kope
Uitgeverij: Zondervan, Grand Rapids, VS, 2001; 238 blz.
ISBN 0 310 22539 6
Pagina’s: ca. € 22,-. Er mag best een herdruk komen van de reisgids voor christenen die in Duitsland nu juist dat willen zien wat in veel andere gidsen niet staat. Maar dan wel graag een aangevulde herdruk.
De Amerikaanse uitgever Zondervan publiceert een serie Engelstalige reishandboeken voor „de christelijke reiziger”, waarmee vooral de protestantse toerist wordt bedoeld. Er zijn inmiddels delen voor Engeland, Italië, Frankrijk (besproken in het RD van 16 febr.) en Duitsland.
In het deel ”Germany” beschrijven de auteurs 65 steden. De top-10 van belangrijke Duitse plaatsen voor het christendom wordt in hun keuze gevormd door: Trier, Augsburg, Fulda, Keulen, Wittenberg, Münster, Marburg a/d Lahn, Halle, Bamberg en Berlijn. Ze beperken zich tot de hoofdstromingen in het Duitse protestantisme. Elberfeld wordt niet genoemd, evenmin als allerlei ”Freikirchen”. Wel is er aandacht voor de Freie Theologische Akademie in Giessen en de bittere noodzaak die leidde tot stichting daarvan.
Luther-tocht
De auteurs doen uiteraard een suggestie voor een Luther-tocht langs elf steden. Maar wie weinig tijd heeft, moet in ieder geval Eisleben, Wittenberg en Eisenach aandoen, suggereren ze terecht.
Van iedere stad in deze gids wordt een minigeschiedenis gegeven en een lijst van bezienswaardigheden die al dan niet met het christendom te maken hebben. Kadertjes in de tekst lichten er interessante personen uit. Dat kan variëren van indianenboekenschrijver Karl May tot Bismarck, en van de piëtistische voormannen in Halle en hun navolgers tot de katholiek geworden Jodin Edith Stein.
Gepaste geestdrift kan de scribenten niet ontzegd worden. Wie de beschrijvingen van bijvoorbeeld Wittenberg, Keulen of Trier leest, zou zo (weer) op pad willen. Hun eigen standpunten liggen er niet duimendik bovenop. Maar al bladerend maak je kennis met hun bezorgdheid over de zeer schriftkritische houding die het Duitse theologische onderwijs sinds de Verlichting kenmerkt; over het verband tussen secularisatie en de decadentie in literatuur en kunst; over de gevaren van bewegingen als New Age. Ook over de povere inspanningen van de protestantse EKD (Evangelische Kirche in Deutschland) met betrekking tot evangelisatie in de voormalige Oostbloklanden.
En het klinkt bijna triomfantelijk als ze op blz. 114 schrijven dat de omvang van het plagiaat door de vader van het postmodernisme, Heidegger, nog niet in zijn volle zwaarte is doorgedrongen tot de academici in Noord-Amerika. Velen van hen bouwden hun carrière op de interpretatie van Heideggers vermeende eigen inzichten.
Wie zou een complete gids kunnen schrijven voor zo’n groot land als Duitsland. Maar Konstanz (klein maar smaakvol Johannes Hus-museum) en Celle, met zijn herinneringen aan hertog Ernst de Belijder (1497-1546) en in het verlengde daarvan het typische verschijnsel van de protestants geworden ”heidekloosters”, hadden er eigenlijk ook in gemoeten.
Diaconessen
Ik pleit ook voor het opnemen van enkele interessante plaatsen uit het 19e-eeuwse protestantisme: zoals het zendingsdorp Hermannsburg, dat op instigatie van ds. Ludwig Harms de bakermat voor een indrukwekkend luthers zendingswerk werd; of Kaiserswerth, waar ds. Theodor Fliedner het diaconessenwezen een onmisbare impuls gaf en waar Florence Nightingale zich onmiddellijk op haar plaats voelde; of het Bethel-complex in Bielefeld, gesticht door ds. Friedrich von Bodelschwing. In die drie plaatsen treft de bezoeker veel herinneringen aan, maar ook de voortzetting van het werk, hoewel de kleur daarvan helaas bijna overal bleker is geworden.
Het grote manco in dit boekje is echter het ontbreken van een register op (vooral) persoonsnamen of op de aangereikte literatuursuggesties. Eén voorbeeld: Hengstenberg (vaak geciteerd door de anglicaanse bisschop J. C. Ryle) wordt ergens een behoudend en betrouwbaar oudtestamenticus genoemd. Maar hoe vind ik dat terug als ik even niet meer weet dat hij professor was aan de Humboldt-universiteit in Berlijn?
Een uitgever als Zondervan mag toch zeker bevraagd worden op dit soort aanvullingen, temeer omdat je zo’n, niet goedkoop, boek altijd als een extra gids koopt, die op het punt van praktische informatie niet kan wedijveren met de gangbare reishandboeken.
Martelarenboeken
Het voorwoord in deze reisgids is een krachtig pleidooi voor het kennen van de geschiedenis. Beter gezegd: het herkennen en doorvertellen van Gods grote daden in het verleden. Het verwijzen naar bijbelteksten als Jozua 4:6 en vele andere, en naar het functioneren van martelarenboeken als dat van John Foxe, geeft aan dit korte essay een stevig fundament en maakt het ook buiten het bestek van dit boekje zeer bruikbaar.
Andere korte maar zinvolle artikelen gaan over de Duitse literatuur, muziek, kunst en architectuur, met veel aandacht voor kerkbouw (het enige onderdeel met enkele schetsen en zwartwitillustraties). Er is een lijst van termen uit kunst en architectuur en een overzicht van religieuze termen voorzover van belang voor deze gids (rechtvaardiging door het geloof, e.d.).
Zondervan heeft aan de vierdelige serie reisboeken een internetsite gekoppeld met adressen van Engelssprekende kerken in het land van bestemming, christelijke pensions en privé-onderdakverschaffers, kerkelijke kunst, leessuggesties enz.: www.christian-travelers-guides.com.
Wie dit vlotgeschreven boekje heeft doorgenomen (geenszins een worsteling) is heel wat wijzer geworden en beschikt over een flinke voorraad tips voor verrijking van de vakantie.