OM op de bres voor orthodoxe kerken
AMSTERDAM - Het openbaar ministerie heeft woensdag nadrukkelijk bezwaar gemaakt tegen een vergelijking tussen het gedachtegoed in orthodox-christelijke kring en de extremistische, tot de gewapende strijd oproepende ideologie binnen de Hofstadgroep.
Tijdens een van de verhoren in het proces haalde de verdediging het voorbeeld aan van een „uiterst orthodoxe christelijke predikant die hel en verdoemenis predikt tegen homoseksuelen.”„In dit voorbeeld werd de prediking met gemengde gevoelens ontvangen, terwijl één lid zó overtuigd was van deze uitleg dat hij de volgende dag een homo vermoordde. De vraag werd gesteld of de min of meer instemmende gemeenteleden mede verantwoordelijk zouden zijn voor de daad van dit ene gemeentelid, nu deze had gehandeld op grond van een leer die zij allen hebben aangehoord en misschien zelfs aangenomen.”
De officieren van justitie mr. J. Plooy en mr. A. van Dam vinden dat dit voorbeeld „in alle opzichten mank gaat en daarom ongepast is.” De aanklagers: „Voor zover in sommige zeer orthodoxe kringen het eeuwige verderf wordt uitgesproken over bepaalde als goddeloos ervaren gedragingen, gaat het altijd om het oordeel dat God Zelf aan het eind van het leven zal voltrekken. In geen enkele christelijke kerk worden burgers opgeroepen dat oordeel zelf ten uitvoer te brengen. Het goddelijke gebod ”Gij zult niet doden” staat in alle kerken altijd voorop.”
Binnen de Hofstadgroep ging het er „totaal anders” aan toe. „Mohammed B. hangt een uitsluitend gewelddadige overtuiging aan en heeft daarin zijn medestanders gevonden. Hij spreekt niet alleen het dodelijke oordeel uit over ongelovigen en afvalligen, hij heeft dat ook hoogst persoonlijk aan een van hen voltrokken. Hij heeft zijn broeders opgeroepen om zijn voorbeeld te volgen.”
Tegen de dertien leden van de Hofstadgroep zijn woensdag straffen tot twintig jaar cel geëist.