Splitsingswet groot risico
De splitsingswet vormt een groot risico voor grensoverschrijdende leasetransacties bij de energiebedrijven, stelt Rinse de Jong. Uiteindelijk zal de stroomgebruiker de kosten van miljardenclaims uit Amerika moeten gaan betalen.
In de brief van 18 januari aan de voorzitter van de commissie voor economische zaken van de Tweede Kamer heeft Essent gewezen op de risico’s van de voorgestelde splitsing op de afgesloten Cross Border Leases bij de energiebedrijven. Het financiële risico voor Essent hiervan kan oplopen tot 1 miljard Amerikaanse dollar; een bedrag dat nog verhoogd kan worden met enige honderden miljoenen dollars om gevolgschade hiervan af te dekken. Onderstaand wordt nader ingegaan op het risico van een wettelijke splitsing van de energiebedrijven.In de jaren ’90 hebben Nederlandse energiebedrijven grensoverschrijdende leasetransacties met Amerikaanse investeerders afgesloten; beter bekend als US Cross Border Leases (CBLs). CBLs zijn financieringstransacties waarbij netwerken (gas, elektriciteit, warmte) en centrales voor een lange periode ter beschikking worden gesteld aan Amerikaanse investeerders. De activa worden vervolgens voor een relatief korte periode (20 tot 25 jaar) teruggehuurd. Aan het einde van deze periode hebben de bedrijven het recht de vrije beschikking over de activa te verwerven.
De transacties zijn erop gericht beide partijen een financieel voordeel te laten behalen: de Amerikaanse investeerder realiseert een fiscaal voordeel in de Verenigde Staten en deelt dat met het Nederlandse bedrijf. Gedurende de leaseperiode liggen de Amerikaanse fiscale risico’s bij de investeerder en de andere risico’s (nieuwe Nederlandse wetgeving, onteigening netten, juridische en technische beperkingen met betrekking tot de netten) bij het Nederlandse bedrijf. Bij voortzetting van de bestaande eigendomsstructuur in Nederland zijn deze risico’s voor de sector beperkt tot normale bedrijfsrisico’s.
De Nederlandse bedrijven hebben een financieel voordeel geboekt van ruim 900 miljoen euro, dat toegevoegd is aan het eigen vermogen en waarmee leningen zijn afgelost.
In Amerika zijn recent grote veranderingen doorgevoerd in de belastingwetgeving, waardoor aan CBLs verbonden belastingvoordelen feitelijk zijn ontnomen aan de investeerders. Tevens is de Amerikaanse belastingdienst in 2003 begonnen met het kritisch analyseren van alle bestaande CBLs. Volgens de leasecontracten zijn deze risico’s voor rekening van de Amerikaanse investeerders. Door deze ontwikkelingen zijn de CBLs voor de Amerikaanse investeerders oninteressant geworden en zijn het nu vooral de risico’s (controle belastingdienst etc.) die het gedrag van de investeerders bepalen.
Onmogelijke situatie
Voor de Amerikanen komt het splitsingsvoorstel van minister Brinkhorst dan ook als geroepen. Teneinde de splitsing te kunnen doorvoeren hebben de energiebedrijven de contractuele medewerking nodig van de Amerikaanse investeerders. Weigeren zij deze medewerking te verlenen, dan ontstaat er voor de Nederlandse bedrijven een onmogelijke situatie. Zij moeten immers de Nederlandse wet uitvoeren, terwijl ze onder hun contracten (afgesloten onder Amerikaans recht) dit niet mogen. Door de splitsing door te voeren, plegen ze wanprestatie, met als gevolg dat de Amerikaanse investeerders schadevergoeding zullen kunnen eisen.
Op deze manier wordt een Amerikaans risico overgeheveld naar de Nederlandse energiebedrijven en hun klanten. Deze risico’s worden niet alleen door de splitsing van de bedrijven veroorzaakt, maar ook door de voorgestelde verplichte overdracht van hoogspanningsnetten aan TenneT.
De geschetste samenloop van omstandigheden is uiterst ongelukkig, maar daardoor niet minder kostbaar. Taxaties variëren voor de hele sector van 3 tot 4 miljard euro voor dit risico. Als bovendien blijkt dat het doel van de splitsing (volledige onafhankelijkheid tussen netwerken en commerciële activiteiten) niet wordt gehaald, dan vraag je je af waar we mee bezig zijn. De structurele (dus jaarlijkse) kosten van de splitsing worden door adviseurs van de minister geschat op minimaal 400 miljoen euro per jaar, zeg maar 60 euro per afnemer per jaar, en dit is nog exclusief de financiële gevolgen van de CBL-risico’s. Moet je de Nederlandse samenleving op zulke hoge kosten jagen als je toch niet bereikt wat je wilt?
De auteur is chief financial officer van Essent NV en als zodanig betrokken bij de gesprekken over de gevolgen van de splitsingswetgeving op de CBL-contracten van Essent NV.