Was in 1999 nog bijna iedereen tevreden over de Nederlandse gezondheidszorg, begin 2006 is dat nog maar driekwart. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO en de Universiteit van Tilburg in opdracht van de Pharmaceutical Committee van de Amerikaanse Kamer van Koophandel. Het is woensdag gepresenteerd.Ook onder artsen en andere medici is het vertrouwen in het gezondheidszorgsysteem afgenomen. In 1999 was nog 35 procent van hen heel tevreden. Dat percentage is inmiddels gedaald tot 11. Artsen maken zich vooral zorgen over de invloed van zorgverzekeraars en politici, die naar hun mening steeds verder toeneemt. Burgers denken dat hoge werkdruk en wachtlijsten een grote bedreiging zijn.

Nederlanders zijn ook somber over de toekomst van de zorg. In 1999 dacht 76 procent van de Nederlanders dat in de praktijk van alledag alle Nederlanders gelijke rechten op zorg hadden. Nu denkt nog 32 procent dat. Meer dan de helft van de ondervraagden verwacht dat het nieuwe zorgstelsel dat dit jaar is ingegaan, negatief zal uitpakken voor zijn of haar portemonnee.

Acht van de tien zorgverleners (82 procent) verwachten niet dat marktwerking in de zorg tot een betere behandeling leidt. In 1999 was dat percentage 64. Steeds meer Nederlanders vinden dat de overheid als eerste verantwoordelijk is voor de beschikbaarheid van de zorg. Dat vindt 79 procent van de Nederlanders. Zeven jaar geleden was dat 50 procent. Bij artsen steeg dat percentage van 51 naar 73.