Ouders: Neem gesprek met Kinderbescherming op
HAARLEM - De Raad voor de Kinderbescherming moet de gesprekken die hij met ouders voert standaard opnemen, vinden de ouders zelf. Nogal wat ouders klagen dat de onderzoeker van de raad hun opmerkingen niet goed in de rapporten weergeeft. En dat terwijl de kinderrechter zich daar wel op baseert.
De ouderorganisatie Stichting Kinderen-Ouders-Grootouders (KOG) en de Vereniging voor Nader Onderzoek Rechtspleging (VVNOR) hebben daarover maandag een brief gestuurd aan minister Donner van Justitie. Daarin bepleiten ze dat er altijd geluidsopnames worden gemaakt van gesprekken. Achteraf kan dan bij misverstanden het overleg worden teruggeluisterd.De Raad voor de Kinderbescherming zegt dat er jaarlijks relatief weinig klachten binnenkomen: ongeveer 100 op een aantal van 65.000 tot 70.000 behandelde zaken. Slechts vijf klachten gaan over de weergave van het gesprek, aldus een woordvoerder. Volgens hem mogen ouders nu ook al verzoeken een opname te laten maken en wordt dit altijd ingewilligd. De KOG zegt dat gesprekken vrijwel nooit worden opgenomen.
Aanleiding voor het verzoek is volgens T. Barendse-Cornelissen, secretaris van de KOG, het advies van de Nationale Ombudsman om politieverhoren standaard te laten opnemen. De transparantie en de rechtszekerheid zouden op die manier gewaarborgd zijn. Om dezelfde redenen moeten de gesprekken met ouders worden opgenomen, juist omdat hier grote persoonlijke gevolgen aan verbonden zijn.
Een kinderrechter beslist op basis van het dossier over uithuisplaatsing van een kind, bijvoorbeeld vanwege mishandeling of verwaarlozing. Tijdens het een-op-eengesprek met de ouders maakt de raadsonderzoeker notities en werkt die uit. „Uit onderzoek blijkt dat raadsonderzoekers regelmatig vooringenomen zijn en dat er een tunnelvisie kan ontstaan. Dan laten ze in hun verslag mensen dingen zeggen die ze niet hebben gezegd of in een andere context”, aldus Barendse.
De ouderorganisaties krijgen daar veel klachten over. „Maar als ouders een echte klacht indienen, heeft dit geen invloed meer op hun eigen zaak. De raad gebruikt een gegronde klacht intern om verbeteringen aan te brengen.” Volgens Barendse bekijkt de rechter ingekomen klachten niet volledig.
Het verzoek voor bandopnamen vloeit voort uit de kritiek op de Raad voor de Kinderbescherming. Maar de KOG vindt dat dit ook in het belang is van de raadsonderzoekers. Barendse: „Ze kunnen er hun voordeel mee doen en ervan leren. Ze zouden dit in hun opleiding kunnen gebruiken.”