Kerk & religie

Opgevoed met de gedachte dat Joden duivels zijn

AMSTERDAM - „Stad aan Palestijnse kust”, luidde een vraag in een kruiswoordpuzzel in het Palestijnse dagblad al-Quds. Het juiste antwoord was: Haifa. „Palestijnse woestijn”, vroeg een ander dagblad. Antwoord: De Negev. Nog één: „Gestolen land.” Het antwoord moest zijn: Palestina.

Kerkredactie
24 January 2006 09:14Gewijzigd op 14 November 2020 03:24

Het belangrijkste principe van de Palestijnse ideologie is dat elke meter van de staat Israël bezet Palestijns gebied is, schrijft prof. dr. Hans Jansen in zijn jongste boek ”Van jodenhaat naar zelfmoordterrorisme. Islamisering van het Europees antisemitisme in het Midden-Oosten” (uitg. Groen).In kruiswoordpuzzels wordt aan die ideologie uitdrukking gegeven. Maar niet alleen daarin. Ook in, bijvoorbeeld, de schoolboeken die de Palestijnse Autoriteit uitgeeft. „In alle tot nu toe uitgegeven schoolboeken”, aldus prof. Jansen, „wordt op één uitzondering na de staat Israël (Daoulat Israiil) in de teksten nooit met name genoemd maar vervangen door eufemismen zoals „gebieden van 1948”, „zionistische entiteit” en „groene lijn.”

Prof. Jansen, niet te verwarren met de Utrechtse arabist Hans Jansen, is sinds 2002 verbonden aan het Simon Wiesenthal Instituut in Brussel. Bekendheid kreeg hij door zijn geruchtmakende boek ”Christelijke theologie na Auschwitz” (1981), waarin hij de theologische en kerkelijke wortels van het antisemitisme blootlegt.

Jansens jongste studie, die opnieuw meer dan duizend bladzijden telt, werd maandag gepresenteerd tijdens het jaarlijkse symposium van het platform Appèl Kerk en Israël, in het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed. K. van der Kamp, die het boek namens de uitgever introduceerde, zei te hopen dat ook ”Van jodenhaat naar zelfmoordterrorisme” aanleiding zal geven tot „vele gesprekken. Dat mensen zich erdoor zullen laten corrigeren.”

Zelfmoordaanslagen
Het Appèl Kerk en Israël werd in 2003 opgericht door oud-leden van de sectie Kerk en Israël binnen de (toen nog) Samen op Weg-kerken. De leden van het platform zijn van mening dat de Protestantse Kerk „absoluut onvoldoende en inhoudelijk onder de maat” getuigenis aflegt van haar verbondenheid met Israël.

Ook prof. Jansen is die mening toegedaan, zo liet hij maandag blijken. De auteur overhandigde het eerste exemplaar van zijn boek aan ds. G. de Fijter, vicepreses van het synodebestuur van de PKN.

„Het is mij”, zei hij, „de afgelopen vijf jaar opgevallen dat de kerkleiders in ons land, maar ook in andere Europese landen, eigenlijk nooit met evenzovele woorden de zelfmoordaanslagen in Israël veroordelen. Ik heb er moeite mee om dat te begrijpen. Ook gezien artikel I van de kerkorde van de Protestantse Kerk, waarin gesteld wordt dat de kerk de onopgeefbare opdracht heeft om elke vorm van antisemitisme te bestrijden. Ik hoop dat mijn boek aanleiding is om dit thema eindelijk eens op de agenda te plaatsen.”

„Het is in een houding van grote ootmoed dat ik dit boek in ontvangst neem”, zei ds. De Fijter. „Wij willen stáán voor deze onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.”

De predikant karakteriseerde Israël als „de longen van de kerk.” Tegelijkertijd wees hij erop dat de kerk „ieder mens in deze samenleving beschouwt als beelddrager van God, de Eeuwige. En dat beeld willen wij alle liefde en eerbied geven. Zo willen wij als Protestantse Kerk in deze tijd staan.”

Hirsi Ali
Ook VVD-politica Ayaan Hirsi Ali kreeg een exemplaar van het boek overhandigd. „Ik weet dat u Israël een warm hart toedraagt”, zei prof. Jansen. „Ik weet ook dat uw invloed groot is, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Ik hoop dat u het Arabisch antisemitisme eindelijk eens op de politieke agenda zult plaatsen.”

Hirsi Ali gaf aan zelf ook opgevoed te zijn met „de gedachte dat Joden duivels zijn, beesten die een verbond hebben gemaakt met de satan en die op aarde zijn om de moslims te vernietigen.”

De ex-moslima van Somalische afkomst zei blij te zijn „dat ik de gelegenheid heb gehad om onderwijs te volgen. Ik ben Joden tegengekomen en heb gezien dat ze ménsen zijn; geen beesten. Het is onze taak elke vorm van discriminatie, op welke grond dan ook, te bestrijden. Dit boek zal daar een heel zware bijdrage aan leveren.”

De gematigde moslimtheoloog drs. Mohamed Ajouaou was gevraagd een reactie te geven op Jansens studie. Volmondig erkende deze dat de feiten zoals de auteur die beschrijft, kloppen. „Ik ben geen één empirisch feit tegengekomen dat niet herkenbaar is voor mij.”

Ajouaou plaatste wel enkele kanttekeningen bij het analytische gedeelte van de studie. Onder meer: „Zou het zo kunnen zijn dat Jansen zijn theorie al klaar had voordat hij aan het werk ging? Het resultaat is een eenzijdig beeld van de werkelijkheid, zonder nuances. Waarmee ik niets afdoe aan het wetenschappelijk gehalte van het boek. Alle beelden zoals Jansen die beschrijft, kloppen.”

De publicist en adviseur welzijn bij Prisma Brabant stelde nog een vraag. „Moeten wij de uitspraken die Jansen citeert, zoals die van de president van Iran, serieus nemen? Gewone moslims denken bij zo’n uitspraak: O, dat is een politicus, dus…”

Bovendien, zei hij, zijn er in de Arabische wereld bewegingen gaande die Jansens observaties nuanceren. „In de Verenigde Arabische Emiraten, bijvoorbeeld, worden de schoolboeken grondig herzien. En heel wat Arabische landen onderhouden ondanks hun krachtige taal diplomatieke betrekkingen met Israël.” Wie weet, zo besloot hij zijn reactie.

„Wat Ajouaou zei, was integer, kwam uit zijn hart”, zei ds. J. de Vreugd, voorzitter van de stichting Christenen voor Israël, later tijdens een van de discussiegroepjes. „Ik heb respect voor moslims die zich zo opstellen. Maar toch vraag ik me af: Wat is hun kans van slagen? Toevallig bezocht ik rond de recente pelgrimage naar Mekka verschillende internetsites uit de Arabische wereld. Als je dan hoort wat islamitische leiders verkondigen! Dat is de taal die Hans Jansen in zijn boek beschrijft. Amerika als de grote satan, Israël als de kleine satan: dat soort stereotypen. Ze geven je een heel beklemmend gevoel. En je denkt: zou het ooit anders worden?”

Adjunct-directeur Hadassa Hirschfeld van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) merkte maandagmiddag op de suggestie van Ajouaou dat we de uitspraken van moslimleiders niet altijd even serieus hoeven te nemen „de gevaarlijkste opmerking” te vinden die je kunt maken. „Ook van de nazitheorieën is gezegd dat die zo krankzinnig zijn dat je ze niet serieus hoeft te nemen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer