Dittrich zei dat maandag naar aanleiding van het pleidooi van VVD–minister Verdonk (Integratie en Vreemdelingenzaken) dat iedereen op straat Nederlands zou moeten spreken. „Daarmee raak je de vrijheid van iedereen, ook van de mensen die goed geïntegreerd zijn", vindt Dittrich. „Dan schiet je je doel voorbij".Hetzelfde soort „betutteling" ziet de D66–leider ook bij VVD–minister Hoogervorst (Volksgezondheid), die het alcoholgebruik van jongeren onder de 18 wil verbieden, en bij de CDA–fractie, die haatzaaiers hard wil aanpakken.

Volgens Dittrich geloven CDA en VVD te veel in de maakbaarheid van de samenleving, met name als het om integratievraagstukken gaat. „De gedachte is: als je maar nieuwe regels verzint, kun je een maatschappelijk probleem aanpakken. Dan denken de burgers: ha, er gebeurt eindelijk wat. Maar als die regels niet helpen, is de teleurstelling des te groter".

Het „vrijheidslievende D66" doet aan deze tendens in de politiek niet mee, zegt Dittrich. „Wij geloven niet in dat groepsdenken. Wij vinden dat niet liberaal. Je moet er rekening mee houden dat alle mensen verschillend zijn".