„Europa negeert Jodenhaat in M-O”
HEERENVEEN (ANP) - Politieke en geestelijke leiders in Europa doen er alles aan om het heersende antisemitisme in het Midden-Oosten „systematisch te verzwijgen of te bagatelliseren.”
Die beschuldiging uit de theoloog dr. Hans Jansen in zijn boek ”Van jodenhaat naar zelfmoordterrorisme”, dat maandag wordt gepresenteerd en wordt aangeboden aan onder anderen VVD-Tweede Kamerlid Hirsi Ali.Jansen (niet te verwarren met de gelijknamige arabist), analyseert de Jodenhaat die opwelt uit de Arabische media en uit uitspraken van politieke en geestelijke leiders en wetenschappers in het Midden-Oosten. Door hen zelf aan het woord te laten schetst hij naar eigen zeggen een „markant zelfportret van Arabieren en moslims in het Midden-Oosten.”
Omdat de Jodenhaat in de Arabische wereld volgens Jansen is geënt op de lange antisemitische traditie in Europa, spreekt hij van islamisering van het Europees antisemitisme. „Wij Europeanen kijken in de spiegel van het Midden-Oosten en herkennen beschaamd onszelf”, schrijft Jansen, verbonden aan het Simon Wiesenthal Instituut in Brussel.
„We horen overal in alle Arabische landen van het Midden-Oosten dezelfde demonisatie van het Joodse volk, dezelfde kwaadaardige fantasieën, dezelfde Europese mythen en legenden, alsof de mensheid helemaal niets van het verleden heeft geleerd”, aldus Jansen.
De doelstelling is volgens Jansen nog steeds onveranderd: de moslims in het Midden-Oosten willen hetzelfde bereiken als de christenen in de afgelopen eeuwen in Europa: Joden beroven van hun recht om te bestaan, ontkennen dat Joden het recht hebben op een thuis, op een plek waar zij zich veilig voelen.”
Giftige Jodenhaat is volgens Jansen steeds meer de belangrijkste noemer van de wereldwijde islam geworden. Zelfs de hoogste islamitische politieke en geestelijke leiders nemen kwaadaardige stereotypen over Joden, mythen over de ”Joodse wereldheerschappij”, de ontkenning van de holocaust en verheerlijkende woorden over zelfmoordterrorisme in de mond.
Zo ook sjeik Mohammed Tantawi, hoofd van de al-Azhar Universiteit in Caïro, een van de gezaghebbendste figuren in de soennitische islam. In zijn proefschrift uit 1966, opnieuw uitgegeven in 1997, stelt hij in het spoor van een oude antisemitische mythe dat het vergieten van niet-Joods bloed een belangrijk Joods godsdienstig ritueel is. Ook citeert hij instemmend uit Mein Kampf van Hitler: „Als ik de strijd aanbind tegen de Joden, zet ik mij in voor het werk des Heren.”
Jansen is vooral bekend geworden met zijn standaardwerk ”Christelijke theologie na Auschwitz”, waarin hij de christelijke wortels van het antisemitisme onderzoekt.