Slachtoffers dambreuk boos op Assad
Is de tragedie met de Zeyzoun-dam in de Ghab-vallei te wijten aan het wanbeheer van de dammen en een foute bediening van de waterpompen? Steeds meer Syriërs geloven er rotsvast in, zeker nu gebleken is dat twee andere dammen op springen stonden als gevolg van menselijke fouten.
De pas zes jaar oude dam in de rivier Orontes begaf het op 4 juni en maakte tweeëntwintig dodelijke slachtoffers.
De woede over de dambreuk is twee weken na de ramp nog niet gekanaliseerd. Meer dan 67 miljoen kubieke meter water vernielde 400 huizen en zette het 60 vierkante kilometer grote akkerland in de vallei blank. Verscheidene dorpen werden begraven onder modder en slib. Dat er niet méér dan 22 doden vielen, was te danken aan het tijdstip van de dambreuk: de eerste barsten werden overdag ontdekt. De meeste dorpelingen konden op tijd naar de heuvels vluchten.
De slachtoffers van de dambreuk zijn woest. Hun huizen zijn vernield, hun oogst verrot en hun kuddes schapen en koeien verdronken. Na’afi Fawaz, landbouwer en vader van elf kinderen, heeft het werk van een jaar verloren zien gaan. Samen met vele anderen vraagt hij om gerechtigheid: de verantwoordelijken dienen gestraft te worden en de overheid dient over de brug te komen met geld.
De verontwaardiging steeg nog nadat experts ontdekten dat twee andere dammen in dezelfde provincie -de Apame C en B- eveneens mankementen en lekken vertonen die tot een dambreuk hadden kunnen leiden. De dammen worden nu door buitenlandse specialisten onderzocht.
De premier van Syrië, Mohammed Mustafa Miro, die met andere ministers en een team technici de plaats van de ramp bezocht, heeft de oprichting van een onderzoekscommissie bevolen. Hij wil snel een verslag over de oorzaken van de dambreuk. Ook zouden er al verscheidene personen gearresteerd zijn die bij de constructie of het beheer van de dam betrokken waren. Zelfs regeringsgezinde kranten wijten de tragedie aan onnauwkeurige studies, slechte constructie en wanbeheer.
Syrische mensenrechtenactivisten doen de beloften van de regering af als een staaltje ”public relations” van de Syrische regering. Ze eisen in de eerste plaats hervormingen en strenge anticorruptiemaatregelen. Volgens hen draagt de regering een enorme verantwoordelijkheid: zij heeft een klimaat van normvervaging en corruptie geschapen. Bestraffingen vormen dan ook geen oplossing; de regering van president Bashar al-Assad moet deze ramp aangrijpen om de beloofde hervormingen door te voeren. Ook de ”Comités voor de herleving van de civiele maatschappij” (CRCS), een groep die begin 2001 door Syrische intellectuelen en advocaten werd opgericht, deelt dat standpunt: „De tragedie heeft de kwestie van hervormingen weer op de agenda gezet.”
Intussen komt de internationale hulp voor de slachtoffers van de Zeyzoun-ramp helemaal op gang. Opmerkelijk is de bijdrage van de VS, die Syrië als sponsor van het terrorisme beschouwen, en van Irak, dat maarliefst tien vliegtuigen met medicijnen, voedsel, tenten en dekens heeft gestuurd. Bagdad belooft daarbij -in weerwil van het olie-embargo van de VN- ook nog eens voor tien miljoen euro olie voor de heropbouw. Ondanks hechte historische banden onderhouden Bagdad en Damascus de laatste decennia niet de meest hartelijke relaties.
Belangrijke steun komt er ook van de Saudische miljardair prins Al-Waleed bin Talal, die vorige week maandag beloofde om „het hele dorp van Zeyzoun met bijbehorende infrastructuur helemaal opnieuw op te bouwen.” De prins investeert in Damascus meer dan 100 miljoen euro in de bouw van het vijfsterrenhotel ”The Four Seasons” en kwam op het idee voor zijn filantropisch nevenproject na een ontmoeting met president Assad.