Volgens de Israëlische minister van Defensie, Shaul Mofaz, zijn Iran en Syrië betrokken bij de aanslag.
De aanslag vond plaats minder dan een week voor de Palestijnse parlementsverkiezingen op 25 januari.
Dat er niet meer doden bij de aanslag zijn gevallen kwam mogelijk doordat de dader zichzelf binnen in een shoarmarestaurant opblies, terwijl de meeste gasten aan tafeltjes buiten zaten te eten, aldus de politie. Mogelijk poogde de dader zijn explosieven in gereedheid te brengen op het toilet toen deze voortijdig ontploften, aldus de politie. Die trof in de zaak ook explosieven aan die niet waren ontploft.De Israëlische minister Mofaz uitte zijn beschuldiging in een interview met de krant Ha’aretz, dat vrijdag is gepubliceerd. De minister zegt dat Israël „sluitende bewijzen heeft” dat de aanslag in Tel Aviv het werk was van de „as van terreur” van Syrië en Iran. Israël heeft de informatie over de vermeende betrokkenheid van Syrië en Iran al doorgespeeld naar de Verenigde Staten, de Europese Unie en Egypte. Volgens Mofaz financierde Iran de aanslag. De militante Palestijnse beweging Islamitische Jihad zou in de Syrische hoofdstad Damascus de terreuractie hebben voorbereid.

De Jihad eiste de verantwoordelijkheid voor de aanslag donderdag op. De dader was de 22 jarige Sami Abdel Hafez Antar uit Nablus op de Westoever, van wie de groep een afscheidsvideo vrijgaf. Volgens bronnen van het dagblad Ha’aretz was de dader overigens ook verbonden aan de al Aqsa Martelaren Brigades.

Volgens de Palestijnse leider Mahmoud Abbas is de Islamitische Jihad er niet alleen op uit de Palestijnse verkiezingen, maar ook de veiligheid van de Palestijnen te saboteren. De Palestijnse Autoriteit nam krachtig afstand van de geweldsdaad.

De aanslag van donderdag was de eerste sinds de Israëlische premier Ariel Sharon twee weken geleden door een zware hersenbloeding werd geveld en zijn taken werden overgenomen door vicepremier Ehud Olmert. De waarnemend premier zei twee dagen geleden dat hij het vredesoverleg na de Israëlische verkiezingen in maart wil hervatten, onder voorwaarde dat Abbas de extremisten ontwapent.

De Israëlische minister van Defensie, Shaul Mofaz, riep gisteravond de chefs van de veiligheidsdiensten bijeen, maar de mogelijkheden om te reageren lijken beperkt te zijn. Met hard optreden zou Olmert gematigde kiezers, zijn voornaamste achterban, van zich vervreemden.

Verschillende leden van de Israëlische regering verweten Abbas te talmen met extremisten aan te pakken. Minister van Openbare Veiligheid Gideon Ezra zei dat er een spoor van de extremistische organisaties leidt naar Syrië en Iran. De Iraanse televisie was de eerste in de regio die melding maakte van de claim van de Islamitische Jihad, zei hij.

Deze Islamitische Jihad heeft zich ook verantwoordelijk gesteld voor alle zeven aanslagen –zes in Israël en één op de Westoever– die werden gepleegd tegen Israëliërs sinds radicale groepen vorig jaar een bestand afkondigden.

In het zuidelijke deel van de Westoever schoten Israëlische militairen donderdagavond een Palestijn dood die op het punt stond een brandbom te werpen op een snelweg, aldus Palestijnse en Israëlische functionarissen.

De rechtbank in Jeruzalem veroordeelde donderdag een man uit het oostelijke deel van de stad tot zeven keer levenslang en nog eens dertig jaar gevangenisstraf, wegens medeplichtigheid aan een zelfmoordaanslag in een café op 9 september 2003. Bij de aanslag kwamen zeven Israëliërs om het leven en raakten tientallen gewond.