„Het virus rukt op. Mensen gaan bewust nadenken wat ze willen in het geval van een uitbraak van vogelgriep in Nederland", lichtte de zegsvrouw van organisator Libéma toe. „Het kan geen kwaad je nu al breed te oriënteren."Vooral melkveehouders bezochten de eerste jaren de Emigraria, die dit jaar op 25 en 26 januari in de IJsselhallen in Zwolle plaatsvindt. De laatste jaren is de hele agrarische sector op de beurs vertegenwoordigd.

De vereniging van de pluimveeverwerkende industrie Nepluvi verbaast zich niet dat veel pluimveehouders zich beraden op hun toekomst in Nederland. Maar volgens voorzitter J. Odink is de twijfel onder boeren in de pluimveesector niet geheel toe te schrijven aan de vogelgriep. „Waar kun je naartoe? Het is een wereldwijd virus dat zich van grenzen niets aantrekt."

Pluimveehouders die vogelgriep willen ontvluchten, kunnen volgens Odink beter maar in Nederland blijven. „Hier zijn de beste maatregelen getroffen. Het is niet voor niets dat hier de ophokplicht als eerste werd ingesteld."

„Vogelgriep is het gesprek van de dag. Het is dagelijks in het nieuws en daar worden mensen onrustig van", zei J. Wolleswinkel, voorzitter van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP). Volgens hem zijn er andere oorzaken die pluimveehouders ertoe brengen emigratie te overwegen. „In het verleden zijn veel boeren naar Canada gegaan, omdat daar met quota de markt werd afgeschermd. Maar ook milieuregels of hoge arbeidslasten kunnen redenen zijn om weg te gaan."

De Emigraria wordt sinds 2000 gehouden en trekt jaarlijks ruim 3000 belangstellenden. Naast gevestigde emigratielanden als Duitsland, Frankrijk, Canada en Australië presenteert ook Brazilië zich voor het eerst groots op de beurs. „Ze zijn daar zeer gericht op zoek naar de kennis van de Nederlandse boer", aldus de woordvoerster van de organisatie. „Opvallend is verder dat Nieuw–Zeeland terug is. Na jaren is het eindelijk weer mogelijk voor Nederlanders om daar een agrarisch bedrijf te beginnen."