Drankgebruik
De gereformeerde theoloog Wilhelmus à Brakel gaf al in de zeventiende eeuw ouderlingen het advies om tijdens het huisbezoek geen „roemers wijn” te nuttigen. „Verwacht het niet van geestrijk vocht maar van de Geest”, was zijn advies. „Wijn benevelt de geest en bezoedelt het huisbezoek”, was zijn stelling.
Dat drank vaak meer kapotmaakt dan je lief is, wisten we al voordat dit radiospotje voor het eerst werd uitgezonden. Toch blijkt alcoholverslaving een groeiend probleem te zijn.Het gemiddeld gebruik van sterke drank per hoofd van de bevolking blijkt jaar op jaar weer te zijn toegenomen.
Verontrustend is vooral dat jongeren steeds meer gaan drinken. Terwijl inmiddels overduidelijk is dat zij door overmatig alcoholgebruik ernstige risico’s lopen. Het rijpingsproces van de frontale hersenschors kan op die manier verstoord raken. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor hun karakter en persoonlijkheid. Anders gezegd: jongeren die veel drinken, kunnen later psychische problemen krijgen die nauwelijks meer te verhelpen zijn. Ook kunnen er op latere leeftijd gezondheidsproblemen ontstaan, zoals maag- en slokdarmkanker.
Minister Hoogervorst van Volksgezondheid wil de regels voor alcoholgebruik bij jongeren aanscherpen. Pas op achttienjarige leeftijd mag alcoholische drank gekocht worden.
De verkoop van lichte alcoholica zoals breezers en andere mixdrankjes wil de minister uitsluitend toestaan in slijterijen. De bewindsman denkt dat de drempel voor de jeugd om een wijnhandel binnen te stappen hoger is dan wanneer deze dranken in de supermarkt te verkrijgen zijn.
Jongeren die zich niet aan de regels houden, moeten beboet worden. Nu is het nog zo dat alleen de winkelier een geldstraf kan krijgen.
Het pakket maatregelen verdient brede steun. Het wil echter niet zeggen dat daarmee het drankgebruik door jongeren teruggedrongen wordt.
Nu al blijkt dat jongeren beneden de zestien uiterst slim zijn in het ontduiken van regels.
Op feestjes van particulieren en van clubs slagen veertien-, vijftienjarige er in om alcohol te gebruiken, ook al krijgen zij aan de bar een resoluut nee te horen. Daarnaast is bekend dat in verschillende regio’s in het land jongeren bijeenkomen in schuren en caravans om flink door te zakken.
Beperking van de verkoopmogelijkheden en een verbod op de aankoop van drank door niet-volwassenen moeten samengaan met voorlichting over de gevaren van alcoholgebruik en gesprekken over de lichamelijke en psychosociale gevolgen van overmatig drinken. Jongeren moeten gaan begrijpen dat hijsen niet stoer is maar stom. Dat is een lange weg, maar wel een noodzakelijke.
Overigens is het toenemend drankgebruik niet alleen een punt van zorg als het om jongeren gaat. Ook bij ouderen speelt dit.
Daarbij komt dat slechts een beperkt deel van deze ontwikkeling openbaar is. Was openbare dronkenschap vroeger een veelvuldig voorkomend verschijnsel, vandaag de dag is dat zeldzamer. Tegelijk is bekend dat er achter de gesloten voordeuren veel meer gedronken wordt dan verantwoord is. Met alle ernstige, schadelijke gevolgen van dien.
Het toenemend drankgebruik komt helaas ook binnen christelijke kringen voor. En niet alleen onder jongeren. Dat probleem wordt lang nog niet door alle kerken voldoende onderkend.
Brakel had gelijk. Drank op tafel tijdens huisbezoek is niet aan de orde. Maar het thema drankgebruik moet wel tijdens huisbezoek aan de orde komen. Omdat het veel vaker voorkomt dan de ambtsdragers lief is.