„Test onderwijs als nieuw medicijn”
DEN HAAG (ANP) - Voor de invoering van nieuwe methoden moet het onderwijs uitvoerig onderzoeken of die wel beter werken dan de oude. Het onderwijs zou veel kunnen leren van de gezondheidszorg. Een nieuw medicijn komt pas op de markt als de werkzaamheid en veiligheid wetenschappelijk zijn bewezen.
Dat stelt de Onderwijsraad in een donderdag verschenen advies. De raad noemt als voorbeeld het zogeheten ”nieuwe leren”, waarvoor veel belangstelling bestaat, maar waarvan de werkzaamheid nog niet is bewezen.Bij het nieuwe leren stellen leerlingen min of meer hun eigen programma samen en is de eerste taak van de leraar niet langer kennisoverdracht. Andere voorbeelden die de Onderwijsraad noemt zijn het studiehuis in het voortgezet onderwijs en competentieleren in het beroepsonderwijs.
Volgens de raad zijn er te veel risico’s om een nieuwe aanpak als het nieuwe leren op grote schaal in te voeren voordat de effectiviteit is bewezen. Het vraagt jaren verkenning, ontwikkelwerk en praktijkervaringen om een scherp beeld te krijgen van de aanpak zelf. Daarna kan het concept op kleine schaal in diverse varianten worden uitgeprobeerd.
Uitvoering op grotere schaal van de ontwikkelde methoden is dan een mogelijkheid, begeleid door monitoring en evaluatieonderzoek. Is de aanpak succesvol, dan kan de bewijsvoering stapsgewijs steeds harder worden en kan de nieuwe methode eventueel worden ingevoerd.
De raad stelt dat op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie en van het taalonderwijs aan jonge kinderen al veel is onderzocht. Hier is harde bewijsvoering mogelijk. Het rekenonderwijs komt volgens de raad intussen ook in dit stadium.