In december werd al bekend dat DNB van plan was om een boete uit te delen. Over de hoogte van de boete is nog niets bekend. DNB heeft een geheimhoudingsplicht, zo zei een woordvoerder van de centrale bank woensdag. ABP en PGGM wilden ook niets zeggen.Een woordvoerder van PGGM sprak van een „hele serie berispingen”, maar zei daar niet zo van geschrokken te zijn. „Het gaat ons nu vooral om de beperkingen die De Nederlandsche Bank wil opleggen.”

Het Verbond van Verzekeraars liet vorig najaar in een brief aan DNB weten zeer boos te zijn over de manier waarop ABP en PGGM hun levensloopregelingen bij hun pensioendeelnemers onder de aandacht brengen. ABP en PGGM hadden voor de regelingen speciale commerciële dochters opgericht, zoals de wet voorschrijft, maar gebruikten daarbij de eigen kanalen voor reclame. Oneerlijke concurrentie, zo vonden de verzekeraars.

DNB heeft nu geoordeeld dat beide pensioenfondsen te ver zijn gegaan. Daarbij gaat het onder meer om reclame-uitingen op de websites van de fondsen en om informatiemateriaal en bijeenkomsten die zij organiseerden om de levensloopregelingen te bespreken.

ABP en PGGM vinden dat DNB de wet veel te strikt heeft geïnterpreteerd. Zij gaan daarom bezwaar aantekenen. Daarna kunnen ze eventueel nog in beroep.

Tussen de pensioenfondsen en het Verbond van Verzekeraars dient op 7 februari een kort geding over de kwestie. Dat gaat gewoon door, zei een woordvoerder van het verbond. „Wij willen herhaling in de toekomst voorkomen. Vandaag gaat het om de levensloopregelingen, maar morgen kan hetzelfde spelen bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen of iets dergelijks.”

Woensdag werd tevens bekend dat de twee grootste pensioenfondsen van Nederland het afgelopen jaar sterk profiteerden van het gunstige beleggingsklimaat. ABP en PGGM zagen hun vermogen samen met meer dan 34 miljard euro toenemen. Door de aanhoudend lage rente wisten de pensioenfondsen echter niet uit de gevarenzone te komen.

Toezichthouder De Nederlandsche Bank vindt dat zowel ABP als PGGM nog te weinig vet op de botten heeft. De twee fondsen zitten in een zogenoemde herstelfase, die hun vrijheid van handelen beknot. De lage rente speelt daarbij een belangrijke rol, omdat deze veel invloed heeft op de mate waarin fondsen in de toekomst hun pensioenen kunnen uitkeren. Bij een kleine rentestijging schiet de barometer hiervoor, de dekkingsgraad, omhoog.

Afgelopen jaar behaalde ABP een jaarrendement van 12,8 procent. Het vermogen nam daarmee met 22,6 miljard euro toe tot 190,7 miljard euro. In 2004 bedroeg het rendement nog 11,5 procent. Bij PGGM kwam het jaarrendement uit op 16,3 procent tegen 11 procent in 2004. Het vermogen van het pensioenfonds voor de zorgsector steeg met 11,6 miljard euro naar 71,5 miljard euro.

Zowel ABP als PGGM verwacht de prestatie van het afgelopen jaar niet te kunnen evenaren.