EU gebruikt freudiaanse versprekingen
Oostenrijk is sinds begin deze maand de nieuwe voorzitter van de Europese Unie en wil de Europese grondwet die vorig jaar in Nederland en Frankrijk werd weggestemd, alsnog redden. Dat is niet de goede route, vinden Bas Belder en Dick Jan Diepenbroek.
Enig poëtisch gevoel kon bondskanselier Schüssel van Oostenrijk niet ontzegd worden toen hij aan het begin van het Oostenrijkse voorzitterschap van de Europese Unie stelde dat Europa de 250e geboortedag van Mozart en de 150e geboortedag van Freud nodig heeft om het Europese project op meer zinnebeeldige wijze te presenteren. De van oorsprong Oostenrijkse componist Mozart -volgens Schüssel een Europeaan in hart en nieren- moet de lidstaten van de Unie een lesje in gezamenlijke identiteit geven. Freud moet Europa van de broodnodige zelfreflectie voorzien, zodat diepere lagen van bewustzijn en identiteit van het Europese continent aan de oppervlakte komen.Het is in ieder geval te prijzen dat Wolfgang Schüssel zelfreflectie überhaupt nog noemt. Van de met veel bombarie aangekondigde periode van reflectie na de tweevoudige afwijzing van de Europese grondwet is tot nu toe bitter weinig terechtgekomen. Een nadere beschouwing van de plannen van het Oostenrijkse voorzitterschap laat echter zien dat de woorden van de bondskanselier doorspekt zijn met freudiaanse versprekingen. Hoewel hij zich hiermee als een trouwe leerling van Freud ontpopt, komt dit de helderheid van zijn boodschap geenszins ten goede.
De Oostenrijkse minister-president maakt een freudiaanse verspreking als hij het heeft over zijn zoektocht naar de redding van de Europese grondwet. Hij bedoelt met deze aandoenlijke ijver namelijk niets anders dan het onberoerd laten van het bijzonder gevoelige dossier van de Turkse toetreding. Een dossier waar Schüssel met het oog op de Oostenrijkse verkiezingen in de tweede helft van 2006 zijn handen liever niet aan brandt.
Eer
Bovendien is de verklaarde liefde van Schüssel voor de Europese grondwet alleen al een freudiaanse verspreking. Bij de Oostenrijkse bevolking, waarvan slechts 32 procent tevreden is over de EU, valt voor hem weinig eer te behalen aan dit dossier. Hij komt daarom niet veel verder dan het pleidooi voor een gedetailleerdere analyse van de nimmer concreet geduide Europese identiteit en lanceert geen enkel voorstel om uit de huidige institutionele impasse te geraken.
Daarnaast doet zijn pleidooi voor het vlottrekken van de Europese grondwet freudiaans aan in het licht van zijn buitengewoon felle kritiek op het Europees Hof. Het Hof zou in zijn ogen een aanjagende rol spelen in het overhevelen van bevoegdheden van de lidstaten naar Europa, waarbij hij zich met name stoort aan de Brusselse bemoeienissen met de toegang van buitenlandse studenten aan Oostenrijkse hogescholen.
Al met al zit er weinig muziek in het Oostenrijkse werkprogramma en zijn de zelfreflectieve aanzetten van bondskanselier Schüssel van dusdanig laag niveau dat ze de vergelijking met Freud op geen enkel punt kunnen doorstaan.
De eurofractie ChristenUnie-SGP wordt ook binnen het Europees Parlement met bijzonder veel freudiaanse versprekingen geconfronteerd. Dit komt duidelijk naar voren in het rapport van de europarlementariërs Duff en Voggenhuber over de invulling van de reflectieperiode. Het woord reflectie wordt in de Brusselse wandelgangen van het EP echter vooral freudiaans gebruikt. Eigenlijk wil het Europees Parlement zich niet bezinnen op de toekomst van de EU na het afwijzen van de Grondwet, maar wordt er volop nagedacht over de wijze waarop het aan de Europese burger verkocht kan worden dat deze Grondwet toch echt het beste voor Europa is.
Pauze
Enkele sprekende voorbeelden hiervan zijn te vinden in de slotparagrafen van dit rapport, waar onbeschaamd wordt gesteld dat „een gunstig resultaat van de denkpauze zou zijn dat de huidige tekst behouden kan blijven, hoewel dit alleen mogelijk kan zijn als hij gepaard gaat met aanzienlijke maatregelen om de publieke opinie gerust te stellen en te overtuigen.”
Een aantal paragrafen verderop komt de reeds vaststaande conclusie van de reflectieperiode aan de orde als gezegd wordt dat „er alles voor wordt gedaan om te waarborgen dat de grondwet in de loop van 2009 in werking treedt.”
De eurofractie CU-SGP distantieert zich van deze verbale belediging van het Nederlandse en het Franse electoraat. Zij blijft aandringen op een eerlijk debat over Europa’s toekomst, zonder reeds vaststaande conclusies en zonder pogingen de grondwet alsnog door te drukken. Hoe freudiaans is immers de oproep tot reflectie, terwijl geen afscheid wordt genomen van de ballast van de afgewezen Grondwet.
Hoewel onze inbreng het overgrote deel van het Europees Parlement bepaald niet als Mozart in de oren klinkt, blijft de eurofractie pleiten voor gezond realisme binnen de Europese instellingen. De obsessieve drang tot invoering van dit grondwettelijk verdrag zal de kloof tussen Europa en de burger slechts doen toenemen en belemmert Europa in een eerlijke bezinning op zijn toekomst. In feite leggen de meeste collega’s in het Parlement een kinderachtige koppigheid aan de dag die vraagt om een diepzinnige analyse van de grote meester Freud zelf.
De auteurs zijn respectievelijk europarlementariër en beleidsmedewerker van de eurofractie CU-SGP.