Ware troost
Het lijden in dit leven beschrijft de apostel Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs in honger en dorst, in menigmaal vasten, in koude en naaktheid enzovoorts. Hier zien wij afgebeeld wat het leven van de vromen op aarde is. Het is een voortdurende strijd van steunen en wenen, totdat de dood ons uit dit leven wegneemt.
Hoe noodzakelijk is het dan ook dat onze Catechismus de vraag stelt: Wat is uw enige troost in dit leven? Want is ons leven als een web vol inslag van droefheid, pijn en kruis, waar zouden wij dan moeten blijven, zo er in dit leven geen troost te vinden was? Voorwaar, dan waren wij, naar Paulus getuigenis, „de ellendigste van alle mensen.”Het is niet zonder oorzaak dat onze Catechismus vraagt naar troost in dit leven. Ook de Openbaring van Johannes vermeldt van de zaligen in de hemel: „Deze zijn het die uit de grote verdrukking komen.”
Het is een troost voor al Gods kinderen, die met Christus dagelijks het kruis dragen. Zij kunnen door deze ware troost alle lijden in deze tegenwoordige wereld moedig dragen en overwinnen, het mag zo zwaar zijn als het wil, zo lang duren als het kan. Tegen al het lijden in dit leven, al was het zo veel als de haren van ons hoofd en het zand aan de oever van de zee, is troost te vinden in Gods Woord, ja, een ware troost.
Rippertus Sixtus, predikant te Leeuwarden (”Troost-rijcke fonteyne der zalicheid”, 1647)