Opinie

Spanning onder christenen stelt eis aan gesprek

Regelmatig zijn in deze krant bezorgde geluiden te horen over de tendens tot verandering, vernieuwing en individualisme binnen de gereformeerde gezindte. Door dergelijke ontwikkelingen ontstaan niet zelden spanningen tussen mensen die elkaar juist zo nodig hebben. Drs. J. Boom plaatst een aantal kanttekeningen.

17 January 2006 08:32Gewijzigd op 14 November 2020 03:23

Keer op keer klinken in deze krant alarmerende geluiden over de dreigende uitholling van de gereformeerde gezindte, een volksdeel dat toch al zo marginaal is geworden in de Nederlandse samenleving. Vanwege afnemend gezag van Schrift, kerk en ambt enerzijds en toenemende aanpassing aan de wereld anderzijds dreigen de beschermende dijken te breken en is ook de onderlinge band in gevaar. Na enkele kanttekeningen bij het gangbare sombere beeld over de staat waarin de gezindte verkeert, wil ik uitweiden over de noodzaak om het gesprek met elkaar op de juiste wijze te voeren.In de verontruste beschouwingen over de reformatorische gezindte ontbreken steevast een aantal elementen; daardoor ontstaat wellicht een onzuiver beeld. Daarom eerst enkele vragen.

Wordt de gereformeerde gezindte niet te snel vereenzelvigd met het christendom in ons land? Christendom en gezindte zijn immers verschillende grootheden. We moeten rekening houden met het bestaan van christelijke groeperingen die, hoewel niet gerekend tot de gereformeerde gezindte, wekelijks groeien.

Kan het individualisme, vaak aangeduid als een van de oorzaken van de achteruitgang, ook niet iets positiefs bewerken? Dit bijvoorbeeld: dat de huidige generatie over het algemeen de vanzelfsprekendheden verlaat en bewuster omgaat met geloof en zingeving.

Moet er niet veel meer onderscheid gemaakt worden tussen hoofd- en bijzaken? Te gemakkelijk wordt verondersteld dat gelovigen over alles gelijk moeten denken. Terwijl de kerkgeschiedenis toch aantoont dat dit nooit zo geweest is. Gelovigen kunnen en mogen over vele zaken verschillend denken en elkaar toch vasthouden.

Kortom: loopt de gereformeerde gezindte in de roerige tijden waarin zij zich bevindt niet het gevaar gevangen te worden in een proces van verstarring (dat overigens in de meeste gevallen contraproductief uitwerkt)?

Voorwaarden
In de ontstane situatie is het van onschatbaar belang dat het gesprek tussen mensen met verschillende meningen op de juiste wijze gevoerd wordt. De jongere en de oudere generatie, de traditionelen en de vernieuwers, de gezagsdragers en degenen over wie zij gesteld zijn, hebben de roeping elkaar vast te houden door het gesprek te zoeken. Voor dit gesprek geldt een aantal belangrijke voorwaarden.

Er zal de bereidheid moeten zijn tot het voeren van dit gesprek. Dat deze bereidheid bestaat, lijkt mij bepaald geen vanzelfsprekendheid. Wanneer mensen elkaar min of meer uit de weg gaan omdat ze weten dat de eigen standpunten niet (geheel) door de ander gedeeld worden, zal dit gemakkelijk schade veroorzaken. Het is zelfs waarschijnlijk dat men óver de ander gaat praten en zo de polarisatie slechts groter maakt.

Ten tweede vraagt dit gesprek een dosis inhoudelijke deskundigheid over de zaken die besproken worden. Het feit dat steeds meer reformatorische gelovigen een gedegen opleiding hebben genoten en tegelijk mondiger zijn geworden, zorgt ervoor dat mensen zich niet met een gemakkelijk verhaal laten afschepen.

Verder vraagt het gesprek waarvan we iets mogen verwachten van alle partijen de kunst van het luisteren tot het uiterste. Ik bedoel daarmee dat we elkaar zullen bevragen op en laten delen in onze diepste (gelovige) motieven en intenties. Daarbij zullen wederzijdse vooroordelen zo veel mogelijk terzijde gelegd worden.

Grenzen
Ten vierde vereist het gesprek het vermogen zich kwetsbaar op te stellen en eventueel de eigen mening aan te passen. Natuurlijk is dit een zeer heikele aangelegenheid. Standpunten en principes zijn immers bepalend voor de identiteit van mensen en groeperingen. Maar daarmee blijft het toch wel mogelijk dat de een de ander met argumenten overtuigt? Waar dit onmogelijk wordt, zijn de principes verstard, liggen de posities vast en gaan zowel het pand als de band verloren. Natuurlijk zijn er voor een christen grenzen; er zijn zaken die onopgeefbaar zijn. Maar dat is mijn punt hier niet. Zelfs wat onopgeefbaar is, is nog niet onbespreekbaar.

Ten vijfde pleit ik voor een voorzichtige omgang met de Bijbel. Naar de interpretatie van de Schrift zoekt elke generatie opnieuw, ook al mogen we daarbij rusten op de schouders van het voorgeslacht. Maar de Bijbelcommentaren van de vaderen tonen dat ook zij meer dan eens tot verschillende interpretaties van de teksten kwamen. Daarom is het goed ons te hoeden voor een al te snel en ondoordacht beroep op bepaalde Bijbelteksten, zeker wanneer dat bedoeld is om de ander de mond te snoeren. Het gesprek kan vruchtbaar zijn wanneer de gesprekspartners bereid zijn gezamenlijk de zin van de Schriften te onderzoeken.

Ten slotte zal het gesprek tussen christenen onderling gevoerd worden vanuit het oordeel der liefde. Dit begrip is al eeuwen in gebruik binnen de kerk om aan te duiden dat mensen die zich gelovig noemen elkaar aanvaarden als waarachtig gelovigen, tenzij het tegendeel daarvan blijkt in leer of leven. Een stuk mildheid is daarbij op z’n plaats, want wie is eigenlijk vrij van elke dwaling?

In een proces van afbraak en verstarring kan intens onderling gesprek voorkómen en genezen. Laat dit gesprek op gang komen of ook gaande blijven, opdat oud en jong elkaar in het oog houden én vasthouden rondom de schat van het heilig Evangelie.

De auteur is theoloog, pastoraal werker en docent klassieke talen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer