Griep
Dreigende of mogelijk dreigende epidemieën zorgen voor een enorme stroom nieuws. Vooral wanneer wij, in de westerse wereld, bedreigd lijken. Is dat terecht?
De overdracht van het vogelgriepvirus (influenza A, H5N1) van dieren naar mensen verloopt tot nu toe minder dramatisch dan werd gevreesd. Hoewel er reeds enkele tientallen bewezen dodelijke slachtoffers zijn, is van een epidemie onder mensen geen sprake. Het wordt pas bedreigend als het virus zodanig verandert dat besmetting met het virus overgedragen kan worden van mensen op mensen. Een samenloop van omstandigheden kan dan maken dat een ernstige epidemie met duizenden doden kan optreden.De angst voor een grote epidemie is niet denkbeeldig. Er zijn uit het recente verleden talrijke voorbeelden van virusinfecties die van dieren op mensen overgingen, met desastreuze gevolgen. Denk maar aan het hiv-virus, dat aids veroorzaakt, aan SARS en aan het ebolavirus. Ook het menselijke griepvirus kan bijzonder gevaarlijk zijn. Denk aan de Spaanse griep, die in het begin van de 20e eeuw wereldwijd honderdduizenden slachtoffers maakte. Het huidige vogelgriepvirus is ook een van de gevaarlijke varianten van het griepvirus, maar kan tot nu toe niet onder mensen om zich heen grijpen.
De omstandigheden voor de verspreiding van virussen zijn gunstig. De omgang tussen mensen en dieren is in sommige delen van de wereld zeer intensief en de mobiliteit is wereldwijd enorm groot. Tevens is de Spaanse griepepidemie zo lang geleden dat er nu nog nauwelijks mensen leven die immuun zijn voor dit gevaarlijke type griepvirus. Bij een eventuele uitbraak zal de verspreiding door de bevolking dan ook snel kunnen verlopen en zal het aantal slachtoffers groot zijn. Op dit moment kan nog niemand betrouwbare uitspraken doen over de toekomstige ontwikkeling met betrekking tot deze vogelgriep, maar dat er een gevaarlijke griepepidemie onder mensen zal ontstaan lijkt vooral een kwestie van tijd te zijn.
Hoewel geleerden van goede naam en faam ons eerst bewust gemaakt hebben van de mogelijke gevaren van vogelgriep relativeren zij de nu ontstane hausse aan berichtgeving. Dat lijkt tegenstrijdig en het kan gemakkelijk verwarring veroorzaken.
Toch is deze nuancering noodzakelijk. De geleerden wijzen terecht op het beperkte aantal menselijke slachtoffers tot nu toe.
Het aantal slachtoffers door de vogelgriep is slechts een fractie van het aantal slachtoffers ten gevolge van de gewone -minder gevaarlijke varianten- van het griepvirus (niet te verwarren met talloze verkoudheidsvirussen). Daaraan zijn we gewend.
Daarnaast zijn er talrijke ziekten die zelden de kranten halen. Lepra en tuberculose komen nauwelijks in het nieuws, maar vergen in de derde wereld al decennialang veel meer slachtoffers dan de huidige vogelgriep. Aids is in de derde wereld inmiddels een van de belangrijkste doodsoorzaken, maar pas sinds kort komt de verstrekking van medicijnen enigszins op gang.
De geneesmiddelenindustrie kan in de westerse wereld veel meer verdienen en heeft dus belang heeft bij een niet-aflatende stroom aan berichten over vogelgriep omdat die de westerse wereld mogelijk bedreigt. De werkzaamheid van veel van die antigriepmiddelen is overigens nog niet erg goed bewezen.
Het heeft er alle schijn van dat de berichtgeving over de miljoenen slachtoffers van lepra, tuberculose en aids in de derde wereld ons minder raakt dan de berichtgeving over enkele tientallen slachtoffers van de vogelgriep in de westerse wereld. Van een epidemie is nog niet eens sprake.
Het is logisch dat wij eventuele gevaren van beginnende epidemieën onder ogen zien en preventieve maatregelen proberen te treffen. Aan de andere kant meten we met twee maten wanneer we de grote epidemieën die thans de derde wereld en overigens ook grote delen van Azië treffen, negeren of bagatelliseren. Gelukkig neemt de aandacht voor vooral de aids-epidemie in Afrika toe. De verhouding tussen alleen het aantal slachtoffers van aids en dat van de vogelgriep zou rechtvaardigen dat er over de vogelgriep voorlopig niet meer geschreven wordt.
Dr. J. Bart, arts in het Universitair Medisch Centrum Groningen