Nieuwe topman voor NS pas na de zomer
De Nederlandse Spoorwegen (NS) presenteren pas na de zomer een nieuwe president-directeur, als opvolger van ir. K. J. Noordzij. Dat verklaarde een woordvoerder van de NS dinsdagmiddag. De huidige interim-topman vertrekt per 1 juli om een vervolg te geven aan zijn sabbatsjaar dat eind 2001 ruw werd verstoord.
Noordzij onderbrak zijn rustjaar op verzoek van verkeersminister Netelenbos om de in nood verkerende spoorwegen te helpen. Het spoorbedrijf kwam eind december, begin januari zonder leiding te zitten, na het -door Netelenbos geregisseerde- vertrek van de toenmalig president-directeur, drs. J. Huisinga. Onder diens leiding was de NS er niet in geslaagd de treinen voldoende op tijd te laten rijden. Met Huisinga trad ook de volledige raad van commissarissen onder leiding van oud Philips-topman J. Timmer af.
Tot er een opvolger van Noordzij is, nemen de zittende directieleden B. Meerstadt en M. Niggebrugge de dagelijkse gang van zaken waar, daarbij waar nodig geassisteerd door president-commissaris W. Meijer. In samenwerking met de vorige week geïntroduceerde en per 1 juli aantredende nieuwe raad van commissarissen zal de zoektocht naar de nieuwe topman worden afgerond. De NS benoemde vorige week vijf commissarissen, onder wie mevrouw N. Kroes, de voormalig minister van Verkeer en Waterstaat.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat de opvolger van Noordzij per 1 juli beschikbaar zou zijn. Maar omdat de nieuwe raad van commissarissen wil meebeslissen over de aanstelling, bleek die datum niet haalbaar. Er ligt wel een profielschets van de nieuwe NS-topman, maar afronding van de sollicatieprocedure wordt pas na de zomer verwacht.
President-commissaris Meijer stak gisteren de loftrompet over de scheidende Noordzij. „Ik heb met plezier kunnen vaststellen dat de rust bij de NS is weergekeerd en dat onder leiding van Noordzij de contacten tussen alle lagen van de organisatie zijn versterkt. De onderneming ligt weer op koers en langzaam maar zeker zijn ook voor de klanten de in gang gezette verbeteringen zichtbaar.”
Noordzij zelf vindt ook dat er in het afgelopen halfjaar, „samen met alle NS’ers”, veel is bereikt en in gang gezet. „Er is weer rust gekomen, de arbeidsrelaties zijn verbeterd en er zijn fundamenten gelegd voor een cultuuromslag. Ook de klanten merken voorzichtig verbeteringen. Er is op alle aspecten nog een weg te gaan, maar die weg voert inmiddels weer naar boven. Ik zie terug op een dankbare en effectieve periode in mijn loopbaan bij een mooi bedrijf.”
Het is overigens de vraag of Noordzij na 1 juli werkelijk zijn rustjaar weer op kan pakken. Sinds de verkiezingsoverwinning van het CDA, waarvan hij lid is, wordt hij vaak genoemd als kanshebbend voor de ministerspost Verkeer en Waterstaat. Zei hij in eerste instantie vast te willen houden aan gemaakte afspraken met zijn vrouw -om verder te rusten en te reizen-, de laatste weken laten zijn antwoorden op vragen in die richting in elk geval ook ruimte voor een andere invulling van zijn tijd na de Nederlandse Spoorwegen.