India en China zoeken samen naar energiebronnen
PEKING (ANP) – India en China hebben in hun onstuitbare honger naar energie de handen ineengeslagen. Ze hebben zich voorgenomen om in hun zoektocht naar over te nemen energiebedrijven samen te werken. De twee landen denken daar een hoop geld mee te besparen. Analisten betwijfelen echter of de opzet ook zal werken, want het blijven tenslotte rivalen.
China en India maken al jaren groeicijfers door waar het westen zijn vingers bij aflikt. Om die groei mogelijk te maken en vooral voort te kunnen zetten, zijn beide landen aangewezen op energiebronnen buiten de eigen landsgrenzen. Met de eigen reserves redden ze het in elk geval niet.In hun jacht naar potentiële overnamekandidaten laten beide landen met regelmaat van zich horen. Deze week nog werd bekend dat het Chinese energiebedrijf CNOOC een belang neemt in een olieveld voor de kust van Nigeria. Voor datzelfde olieveld was ook India in de race, maar dat land trok zich een maand geleden terug. De afgelopen tijd zaten China en India elkaar op deze manier al vaker op de hielen. Opvallend daarbij was China telkens degene was die aan het langste eind trok.
Een overeenkomst die vrijdag in Peking werd ondertekend, zou een einde moeten maken aan de rivaliteit. In het akkoord nemen beide landen zich voor op verschillende niveaus informatie uit te wisselen. In theorie betekent dit dat regeringen en bedrijven elkaar op de hoogte brengen van hun biedingen en bijzonderheden daarover. Ook moet het mogelijk worden dat ze samen gaan optrekken in derde landen voor overnames.
De Indiase minister voor Oliezaken Mani Shankar Aiyar verwacht dat de overeenkomst beide landen grote hoeveelheden geld zal besparen. Zolang de twee naties tegen elkaar op blijven bieden, wordt het overnamedoelwit alleen maar duurder, is de redenering, en daar heeft zowel India als China geen belang bij. De overnamekandidaten zijn dan de lachende derde.
Volgens minister Aiyar heeft het tegen elkaar opbieden beide landen al miljarden gekost. „Ik geloof niet dat het noodzakelijk is om energie ten koste van elkaar veilig te stellen", zo sprak de bewindsman. Aiyar verwacht dat het een jaar zal duren voordat duidelijk is of de overeenkomst ook in de praktijk werkt.
Tegen de achtergrond van de stijgende olieprijs is de timing niet opmerkelijk, zegt analist Léon Cornelissen van onderzoeksbureau Iris (Rabobank/Robeco). Hij wijst op de politieke spanningen in Iran, een belangrijke olieproducent, en de ontwikkelingen in Nigeria, waar de vlam eveneens snel in de pan kan slaan met een stijgende olieprijs als gevolg.
Maar het eerlijk opbiechten van nog uit te brengen biedingen ziet Cornelissen er niet snel van komen. Weliswaar sloegen China en India beide handen ineen toen ze vorige maand een belang namen in een olieveld in Syrië, maar de rivaliteit zal er altijd blijven. „De dorst naar olie is er nu eenmaal. Als het puntje bij paaltje komt, gaat ieder zijn eigen weg", zegt hij.
Hij ziet de overeenkomst eerder als gebaar van goede wil van China naar zijn Indiase buur, die bij eerdere biedingen telkens het onderspit moest delven. China heeft meer geld en is ook bereid heel diep in de buidel te tasten voor een overname. Dat bleek eerder dit jaar toen het land een bod deed op het Amerikaanse Unocal, een bod dat uiteindelijk werd afgeblazen maar dat volgens Cornelissen veel te hoog was.