De Urker ontkent bij hoog en bij laag dat hij tijdens de knokpartij een klap of een schop zou hebben uitgedeeld. Getuigen hebben echter verklaard dat Van de B. samen met een vriend uit Urk een aantal flinke klappen en schoppen verkocht. „Ik heb niemand met een vinger aangeraakt. Ik heb alleen mijn vriend bij de vechtpartij weggetrokken. Misschien dat dit verkeerd is geïnterpreteerd”, zei Van de B. tijdens de zitting.De advocaat-generaal ging echter af op de getuigenverklaringen en eiste een werkstraf en een voorwaardelijke celstraf. Volgens de advocaat van Van de B. moet zijn cliënt worden vrijgesproken, omdat de getuigenverklaringen volgens hem nogal inconsistent zijn. „Mijn cliënt was juist degene die de gemoederen probeerde te bedaren.”

Het hof doet over twee weken uitspraak.