Vertraging dreigt in rechtszaak Hofstadgroep
AMSTERDAM (ANP) – Het proces rond de Hofstadgroep loopt vermoedelijk vertraging op. Dat komt omdat de rechtbank donderdag een nieuw onderzoeksverzoek van enkele advocaten heeft ingewilligd.
Het was aanvankelijk de bedoeling dat het openbaar ministerie de strafeisen tegen dertien verdachten van het vermeende terreurnetwerk dinsdag bekend zou maken. Vrijdag moet er meer duidelijkheid komen of dit nog doorgaat.De rechtbank gaf R. van Bosbeek, afluisterspecialist van het Korps landelijke politiediensten (KLPD), de opdracht om de originele AIVD–opnames te beluisteren van de gesprekken tussen twee Hofstadverdachten in de woning aan de Antheunisstraat in Den Haag. Deze opnamen zijn overgezet op cd–roms en waren in die vorm beschikbaar voor het OM en de advocaten.
Van Bosbeek moet beide weergaven nu vergelijken. De afluisterspecialist gaf de rechtbank aan dat hij dit onderzoek alleen kan doen als de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) daarvoor toestemming geeft.
De getuige–deskundige werd donderdag ondervraagd over de opgenomen gesprekken, die werden gevoerd in het huis van Hofstadverdachte Jason W. in het Haagse Laakkwartier. Hij woonde daar samen met medeverdachte Ismail A.
Een aantal advocaten vermoedt dat er is gemanipuleerd bij het overzetten van de opnamen van de harddisk naar de cd–roms. Op sommige momenten is namelijk een bromtoon te horen. Volgens Van Bosbeek geeft zo’n bromtoon echter een stilte weer en zijn de opnamen authentiek. Wel zei hij dat het afluisteren van de originele opnamen van de harddisk een veel betrouwbaarder beeld geeft.
De rechtbank hoort vrijdag de getuigen Jamal B. en Bilal L. en een verbalisant. Jamal B. heeft bij de politie verklaard dat L. hem in de gevangenis heeft verteld dat hij Mohammed B. de fiets heeft gegeven die deze zou hebben gebruikt tijdens de moord op Theo van Gogh. Ook zou L. Mohammed B. het gebruikte vuurwapen hebben geleverd. L. zit momenteel vast op verdenking van het ronselen van mensen voor de jihad. Hij deed dit vanuit de gevangenis.
Jamal B. legde de verklaring al op 17 december af. Die getuigenis werd echter pas begin januari aan het OM overhandigd. Volgens officier van justitie K. Plooy is dat niet vreemd. Hij gaf aan dat de verbalisant die het verhoor heeft afgenomen, in eerste instantie niet de link had gelegd met de Hofstadgroep, maar met twee andere strafzaken waaronder de moord op Van Gogh. Daardoor en wegens de feestdagen kreeg Plooy het verhoor pas op 5 januari in handen.
De verklaringen met betrekking tot de gang van zaken rond de moord op Van Gogh worden onderzocht door het OM in Amsterdam, aldus Plooy. Officier van justitie F. van Straelen, die Mohammed B. vervolgde, leidt dat zogeheten Fakir–onderzoek. De omvang van dat onderzoek is niet duidelijk. Het OM in Amsterdam kon donderdag geen commentaar geven.
Vijf leden van het arrestatieteam die in november 2004 gewond raakten bij een actie om W. en A. aan te houden, eisten donderdag via hun advocaten smartengeld. In totaal willen ze ongeveer 38.000 euro van de twee betrokken Hofstadverdachten.
De agenten waren zelf niet aanwezig in de extra beveiligde rechtszaal in Amsterdam–Osdorp. In de nacht van 9 op 10 november 2004 vielen ze de woning van de 20–jarige Jason W. binnen, in verband met de moord op Theo van Gogh een aantal dagen daarvoor. W. verklaarde eerder op de zitting dat hij en zijn huisgenoot A. totaal verrast waren door de politie–inval en uit impulsiviteit een handgranaat naar de politiemensen gooiden. Alle vijf leden van het arrestatieteam raakten gewond.