Weer daling verkoop eieren
ZOETERMEER (ANP) – De verkoop van eieren is vorig jaar niet naar wens verlopen. Voor het tweede achtereenvolgende jaar hadden de houders van leghennen te kampen met een negatief inkomen door de lagere opbrengsten.
De Productschappen Vee, Vlees en Eieren hebben dat donderdag in Zoetermeer gemeld. Afgezien van die eierdip lieten de sectoren vee, vlees en eieren redelijke cijfers zien. „Ze haalden een positief bedrijfsresultaat", blijkt uit de voorlopige jaarcijfers.Het lag eigenlijk niet aan de Nederlandse consument. Die kocht in 2005 2 procent meer eieren, maar doordat de gemiddelde prijs veel lager lag, was de handel slechter af.
Volgens PVE–voorzitter J. Ramekers heeft berichtgeving over verdenking en uitbraken van vogelgriep weinig invloed gehad op de eierconsumptie. De productschappen steunt te maatregelen die minister Veerman tegen vogelgriep heeft genomen. Ramekers voelt momenteel niet voor een ophokplicht van pluimvee. „Maar dat kan over een week of zes anders zijn als de vogels weer gaan trekken".
Op de eiersector na zagen alle sectoren de productie in 2005 toenemen. Ook de waarde van deze productie nam, met uitzondering van de eiersector en de kalversector, toe vergeleken met 2004.
De bruto eigen productie van de Nederlandse vee– en vleessector kwam in 2005 uit op ruim 2,7 miljoen ton. Dit is een toename met 51.000 ton (plus 2 procent) ten opzichte van 2004. De bruto eigen productie van de eiersector nam met 1 procent af tot 9,1 miljard stuks. In alle vee– en vleessectoren nam de productie toe. Met 4 procent was de toename bij de runderen het grootst.
De hevige concurrentie tussen supermarkten om meer klanten ging vorig jaar ten koste van de positie van speciaalzaken. Het marktaandeel van de slagers in de huishoudelijke vleesmarkt nam verder af en kwam vorig jaar iets boven de 10 procent uit.
Ramekers zei zich zorgen te maken om de geringe aandacht die landbouw krijgt politiek Den Haag. Volgens hem bestaat de Tweede Kamer vooral uit mensen uit stedelijke gebieden die maar weinig affiniteit met het boerenbedrijf hebben.