Export fruit en bloemen naar record
LISSE (ANP) – Nederland heeft vorig jaar voor 12,6 miljard euro aan fruit, groente, bloemen en planten geëxporteerd. De exportwaarde van de tuinbouwsector is met 0,3 miljard euro meer dan in 2004 naar een „recordhoogte" gestegen, meldde scheidend voorzitter J. van der Veen van het Productschap Tuinbouw woensdag op de Keukenhof in Lisse.
Van der Veen, die dit jaar de voorzittershamer overdraagt aan voormalig LTO–directeur D. Duijzer, roemt de groei van de sector. Die is ondanks economische tegenwind, hogere energieprijzen en toenemende concurrentie gerealiseerd. Hierdoor zijn de marges voor de tuinders wel „flinterdun" geworden, stelde hij vast.Vooral de uitvoer van snijbloemen en potplanten heeft tot het nieuwe record geleid. De exportwaarde van chrysanten, rozen, tulpen en andere bloemen steeg afgelopen jaar met 4 procent; deze waarde steeg voor potplanten met 8 procent.
Vorig jaar is voor een kleine 6,5 miljard euro aan groente, fruit en noten de grens over gegaan, een groei van 2 procent ten opzichte van 2004. Vooral de Duitsers hebben meer Nederlandse tomaten, komkommers en paprika’s gekocht.
Van der Veen geeft een florerende tuinbouwsector door aan zijn opvolger. De vijftien jaar dat hij voorzitter was, is de sector sterk gegroeid. De productiewaarde van de groente–, fruit– en bloementeelt steeg tussen 1990 en 2005 van 5,2 miljard euro naar 7 miljard euro, onderstreepte hij in zijn nieuwjaarsrede op de Keukenhof. De exportwaarde verdubbelde bijna. De tuinbouw maakt nu 40 procent van de totale Nederlandse landbouwproductie uit. In 1990 was dat nog rond de 30 procent.
Dat de tuinbouw floreert, blijkt ook uit de hoeveelheid banen in de sector. Hoewel het aantal bedrijven in de tuinbouw in die periode halveerde, groeide de afgelopen vijftien jaar het aantal mensen dat direct in de sector aan de slag is, van 185.000 naar 245.000 nu. Van der Veen telt in deze cijfers niet de tijdelijke inleen– en uitzendkrachten voor het seizoenswerk mee.
Bij zijn vertrek hamerde hij op samenwerking, die nu door „organisatorisch gedoe" nog wel eens in het geding is. „Een riskante ontwikkeling voor de sector. Het spel van geven en nemen voor het gezamenlijk belang loont nog steeds de moeite. Het is een feit dat de laatste tijd de deelbelangen van de organisaties sterker naar voren worden gebracht, maar ook in die situatie blijft zakelijke samenwerking goed mogelijk".
Van der Veen heeft er alle vertrouwen in dat het productschap zich ondanks de tegenwerking van de Nieuwe Vrije Agrarische Federatie (NVAF) niet buitenspel laat zetten. Het schap werkt daarom hard om de wettelijk verplichte contributie van elke ondernemer te innen. Ook de grootste wanbetalers – volgens Van der Veen slechts een handjevol tuinders – zullen uiteindelijk moeten betalen en zullen dat doen, verzekerde hij.