Reisbranche gaat werk maken van inentingen
UTRECHT (ANP) – De Nederlandse reisbranche steekt dit jaar meer energie in voorlichting over gezondheidsrisico’s tijdens reizen naar het buitenland. Het Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen (ANVR) heeft hierover afspraken gemaakt.
Dat bleek dinsdag tijdens de presentatie van de jaarlijkse Continu Schiphol Survey op de Vakantiebeurs in Utrecht.Aan dit gezondheidsonderzoek werkten eind november en begin december 670 Nederlanders mee. De resultaten geven volgens D. Overbosch van de Travel Clinic Havenziekenhuis Rotterdam „opnieuw reden voor zorg". Bijna zes op de tien Nederlanders gaan onbeschermd op reis naar landen, waar ziektes als malaria en hepatitis A en B voorkomen.
„Een besmetting met hepatitis B kan op lange termijn leiden tot leverproblemen en kanker", zei Overbosch. Hij wees erop dat de verzekeraars de meeste inentingen vergoeden door de verzekeraars en dat kostenoverwegingen dus geen rol zouden mogen spelen bij de vakantieganger.
De laatste jaren gaan steeds meer Nederlanders naar ’risicolanden’ zonder dat ze zich hebben laten inenten. Vorig jaar was dat 57 procent, in 2004 lag het op 52 procent en in 2003 ging 41 procent onbeschermd weg.
Daar staat tegenover dat Nederlanders zich iets verstandiger gedragen als ze naar gebieden reizen waar malaria voorkomt. Bijna negen op de tien reizigers naar dit soort landen liet zich van tevoren inenten, tegen acht op de tien in 2004.
Het ANVR bepaalt de komende maanden in overleg met gezondheidsdeskundigen wat er precies moet gebeuren. Een aantal bedrijven neemt nu al maatregelen. „Wij gaan betere voorlichting geven aan de reisagenten", zei R. Klawer van TUI, Nederlands grootste reisonderneming. „Het is tijd om mensen nog beter te wijzen op de risico’s, onder meer via onze websites en reisgidsen".