Binnenland

D66-ministers: Geen besluit over Afghanistan

DEN HAAG – De D66-ministers zullen niet meewerken aan een kabinetsbesluit over de nieuwe missie naar Afghanistan. Dat is een tegenvaller voor premier Balkenende, die woensdag het voornemen van de regering om troepen uit te zenden wil omzetten in een besluit.

Redactie politiek
9 January 2006 07:00Gewijzigd op 14 November 2020 03:21

Minister Pechtold (D66) van Bestuurlijke Vernieuwing zei zondag op een partijbijeenkomst in Amsterdam dat er wordt gesuggereerd dat zijn partijgenoot minister Brinkhorst van Economische Zaken en hij deze week „maar om moeten.” Pechtold en zijn collega zijn echter helemaal niet van plan om hun twijfels over de Afghanistanmissie te laten varen en mee te werken aan een kabinetsbesluit.Pechtold zei verder dat hij genoeg heeft van het „procedurele gesteggel” rond de missie. Een besluit daarover werd door het kabinet steeds uitgesteld. De regering besloot eind vorig jaar het voornemen uit te spreken militairen naar Afghanistan te sturen. In de Kamer werd afwijzend gereageerd op deze manier van werken. Onder meer VVD en PvdA eisen van het kabinet dat het een besluit voor of tegen de missie neemt.

Balkenende wil woensdag proberen de patstelling binnen zijn kabinet te doorbreken door het voornemen te betitelen als besluit, zonder dat dit zwart op wit wordt vastgelegd. Pechtold ziet echter liever dat er een inhoudelijk debat over de missie wordt gevoerd tussen Kamer en kabinet.

Als Nederland uiteindelijk besluit toch geen troepen naar Afghanistan te sturen, zal dat schadelijk zijn voor de Nederlandse belangen in de Verenigde Staten. Dat zei oud diplomaat Paul Bremer III maandagmorgen in een vraaggesprek met de Volkskrant. Hij stelt dat Nederland niet moet verwachten dat een weigering troepen te sturen zonder gevolgen blijft.

Bremer werd in 2003, kort na de val van Saddam Hussein, door president Bush aangesteld als de Amerikaanse bewindvoerder over Irak. Over die periode schreef hij een boek dat maandag verscheen.

In het interview zegt Bremer dat Nederlandse politici weliswaar hun eigen balans moeten opmaken, maar dat bij een negatief besluit van Amerikaanse zijde zeker vraagtekens zullen worden gezet bij de betekenis van de NAVO. „Wat stelt de NAVO nog voor als bondgenoten niet bereid zijn met ons schouder-aan-schouder te staan?” Hij wijst erop dat het juist Europa was dat meer internationale samenwerking wilde. „Maar nu de gelegenheid zich voordoet, gaat men het uit de weg.”

De oud-diplomaat zegt dat consequenties dan onvermijdelijk zijn. „Ik neem aan dat van tijd tot tijd beslissingen moeten worden genomen door de Amerikaanse regering, door het Congres, die invloed hebben op Nederlandse economische belangen. Het is niet moeilijk te voorzien dat dan besluiten vallen die niet in het belang van de Nederlanders zijn.”

Volgens Bremer beseffen grote delen van Europa niet hoe gevaarlijk het moslimextremisme is. „Wat veel Europeanen niet begrijpen, is dat 11 september voor bijna elke Amerikaan een aardschok was”, aldus Bremer. In tegenstelling tot Europa heeft Amerika volgens hem wel door dat de wereld zeer gevaarlijk is geworden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer