Nu staat de scan in het detentiecentrum op Schiphol-Oost. De verplaatsing moet ertoe leiden dat minder personen een lichamelijk onderzoek hoeven te ondergaan als zij bij de zogeheten 100 procentscontroles worden verdacht van smokkel.Minister Donner van Justitie onderzoekt de verplaatsing van de scan, schreef hij woensdag op schiftelijke vragen van de SP in de Tweede Kamer. De partij wilde opheldering over de soms vernederende behandeling van reizigers vanuit de Nederlandse Antillen, Aruba, Suriname en Venezuela. De visitaties aan en in het lichaam zijn vooral bezwaarlijk voor mensen die achteraf onschuldig blijken.

Reizigers die ervan verdacht worden bolletjes met drugs te hebben geslikt, kunnen een onderzoek aan of in het lichaam verwachten. Zij moeten zich uitkleden, hun lichaamsopeningen laten inspecteren en bukken en buigen. Over de behandeling door onder meer douane en de marechaussee komen nogal wat klachten binnen. De rechtbank in Haarlem oordeelde in drie zaken dat het ging om een „zeer vernederende behandeling.”

Volgens Donner zijn sinds de invoering van de volledige controles in december 2003 tot juni 2005 ongeveer 620.000 passagiers gecontroleerd. De marechaussee ontving 22 klachten en de douane 78. Betrokkenen voelden zich onheus bejegend, gecriminaliseerd of gediscrimineerd of meldden schade aan hun bezittingen. Donner schrijft niet hoeveel klachten gegrond werden verklaard.

De bewindsman realiseert zich de „enorme impact” op de passagiers. Om het aantal klachten over de overlast en de lichaamsvisitaties te verminderen, wil hij de bodyscan in het Schipholgebouw zetten. Daardoor hoeven verdachten niet eerst te worden ingesloten in het detentiecentrum, waar ze altijd opnieuw een lichaamsonderzoek krijgen.

Daarnaast past Donner de flyer aan die mensen meekrijgen als zij ten onrechte werden verdacht van smokkel. Daarin staan excuses wegens het ongemak en wordt duidelijk gemaakt dat hun namen niet op een zwarte lijst komen. Daarover bestond verwarring. Ook gaat de minister de klachtenprocedure stroomlijnen, waarbij het openbaar ministerie coördineert.