Binnenland

„Politie moet technisch bijblijven”

DRIEBERGEN - Computerspecialisten van de politie werken met man en macht om technische ontwikkelingen bij te houden. De communicatie via internet en chatprogramma’s vraagt om een andere aanpak dan de traditionele telefoontap, zegt korpschef Peter van Zunderd van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD).

3 January 2006 11:37Gewijzigd op 14 November 2020 03:20
VAN ZUNDERD …andere aanpak…
VAN ZUNDERD …andere aanpak…

De politie is niet overvallen door de ontwikkelingen op communicatiegebied, meent Van Zunderd. Maar nieuwe vormen van contact leggen op internet vragen wel om een hele andere aanpak. Voorbeelden zijn bellen via een internetprogramma als Skype of via de zogeheten Voice-over-IP-telefoons (Voip), die bij steeds meer bedrijven en huishoudens te vinden zijn. De politie hoopt dit jaar onder meer verdachte Voipgesprekken te gaan afluisteren.Van Zunderd, die gisteren tijdens een persconferentie terugblikte op 2005: „We volgen dit op de voet. De politie heeft een Hightech Crime Center dat hierin is gespecialiseerd. Lastig is het wel: het zijn allemaal verschillende technieken waarvoor je in elk geval iets aparts moet bedenken.”

Chatprogramma’s als MSN zijn gemeengoed geworden. Kunt u ze afluisteren?
„Er is van alles in ontwikkeling, daar kan ik nog weinig over zeggen.”

Is terreurbestrijding de belangrijkste reden om internetbellen en chatten te volgen?
„De aanpassingen in onze werkwijze zijn gericht op de bredere criminaliteit. Het accent lijkt soms te liggen op terrorisme, maar criminaliteit vormt een zeker zo ernstige bedreiging voor onze democratie.”

Kunnen mensen die veel radicaalislamitische websites bezoeken, op extra aandacht rekenen?
„Ja, maar het is niet zo dat we iedereen volgen die daar eens naar kijkt. Je moet actief meedoen. Als iemand iets onderzoekt als wetenschapper of journalist is dat voor ons niet interessant. Maar van een persoon die ook op basis van andere kenmerken in het plaatje past van een potentiële verdachte, houden we zeker het internetgedrag in de gaten.”

En ’gewone’ computercriminaliteit?
„Op dat gebied gebeurt er ook ontzettend veel. Aanvallen op computersystemen en websites zijn haast aan de orde van de dag. We zijn daar blijvend alert op.”

Helpt de mogelijke komst van een nationaal politiekorps om terreur en criminaliteit beter aan te pakken?
„Het gaat mij vooral om onze informatiepositie. De regiokorpsen die er nu zijn moeten informatie uitwisselen. Daardoor weet je wat er gaande is. Ik denk dat de discussie over een landelijk politiekorps er wat dat betreft niet toe doet. Als je het nu goed regelt, kan het ook goed gaan. Maar op dat punt is hier en daar wel wat verbetering mogelijk.”

Niet ieder korps geeft alles door?
„Zo wil ik het niet zeggen. Waar het om gaat is dat systemen met elkaar kunnen corresponderen. Dat gaat steeds beter.”

Wat betekenen tips uit het publiek voor terreurbestrijding door de politie?
„Tips zijn heel belangrijk. Vroeger kregen we meldingen over gevonden voorwerpen, nu bellen mensen over een verdacht pakketje. Een rugzak kan niet meer zo snel onopgemerkt in een trein achterblijven, daar wordt echt over gebeld. Dat was vijf jaar geleden wel anders.”

Is de ernst van de terreurdreiging dusdanig dat hulp van het publiek ook echt nodig is?
„Ik ben geen makelaar in angst, maar één ding staat voor mij vast: We kunnen niet achterover leunen. De politie, het openbaar ministerie en de AIVD maken iedere twee weken een dreigingsanalyse. Daaruit concluderen we dat er nog steeds sprake is van een substantiële dreiging. Als ik zie wat er in dit land gebeurt, moeten we heel goed blijven opletten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer