Buitenland

EU wil meer vaart zetten achter asielbeleid

Europa ontwikkelt zich langs de weg van de geleidelijkheid. Dat geldt zeker voor het vreemdelingenbeleid. De top van Sevilla leverde slechts kleine stappen voorwaarts op: deadlines voor regelgeving in de sfeer van de asielpolitiek en de intentie tot samenwerking bij de grensbewaking.

A. A. C. de Rooij
24 June 2002 06:53Gewijzigd op 13 November 2020 23:38
SEVILLA - De Spaanse premier, Aznar (l.), en de Spanjaard Solana, buitenlandcoördinator van de Europese Unie, zaterdag op de afsluitende persconferentie van de EU-top in Sevilla. - Foto EPA
SEVILLA - De Spaanse premier, Aznar (l.), en de Spanjaard Solana, buitenlandcoördinator van de Europese Unie, zaterdag op de afsluitende persconferentie van de EU-top in Sevilla. - Foto EPA

In oktober 1999 wijdde de EU in het Finse Tampere al een extra vergadering van de regeringsleiders aan de problematiek op genoemde terreinen. Het zaterdagmiddag afgesloten tweedaagse overleg in het zuiden van Spanje deed denken aan een herhaling. Het gevoelige dossier in de sfeer van justitie en binnenlandse zaken leek te stagneren, maar onder invloed van de electorale verschuivingen her en der binnen de Unie, met een opmars van extreem rechtse en populistische partijen, prijkt het opeens weer hoog op de agenda.

Premier Kok, die voor de laatste keer met zijn collega’s aan tafel zat, acht de resultaten van de jongste top geloofwaardig in de richting van diegenen die twijfelen aan de daadkracht van de Unie om de toestroom van personen elders uit de wereld in te dammen. „Wat uit het Tampere-pakket was gaan versloffen, wordt nieuw leven ingeblazen”, stelde hij vast. Je kunt erover klagen dat we zaken eerder hadden behoren op te pakken, je kunt er ook tevreden over zijn dat we nu in ieder geval weer een impuls geven, luidde zijn redenering na afloop van het beraad.

De hoogste politieke vertegenwoordigers maken in hun slotcommuniqué gewag van de noodzaak om een gemeenschappelijke benadering te ontwikkelen voor het beheersen van de massa’s mensen die proberen in Europa onderdak te vinden. Dat hadden zij in Tampere ook al gedaan. Het onderwerp willen zij „een speciale plaats” geven in de programma’s voor de werkzaamheden in de komende jaren.

Aanvullende initiatieven op specifiek het gebied van asiel bleven in Sevilla achterwege. Kok: „Het is niet verstandig steeds nieuwe dingen te bedenken, om die vervolgens in de etalage uit te stallen en er verder niets mee te doen. Daar krijgen de burgers gauw genoeg van.” Het gaat er nu vooral om eerdere doelstellingen en plannen te vertalen in concrete actie.

In dat kader hebben de regeringsaanvoerders ditmaal, anders dan destijds in Finland, deadlines vastgelegd voor beslissingen over de daadwerkelijke uitvoering van een aantal voornemens. Hoe hard die limieten zijn, valt vooralsnog niet te zeggen. De toekomst zal leren of ze voldoende druk op de ketel zetten.

Zo stellen de politici zich voor tegen het eind van dit jaar een antwoord te formuleren op de vraag in welk land iemand die ons continent bereikt een verzoek dient te deponeren om zich hier te mogen vestigen. Eerdere, ooit in Dublin tot stand gebrachte afspraken schrijven voor dat betrokkene dat doet in de lidstaat waar hij of zij het eerst de EU-bodem betreedt. Maar die beoogde praktijk functioneert niet bevredigend.

Halverwege 2003 zijn in het uitgestippelde tijdpad bepalingen aan de orde over onder andere de status van een vluchteling en over criteria voor gezinshereniging. Weer zes maanden later wacht het finale overleg over eensluidende regels voor de te volgen procedure bij een asielaanvraag. Europa als één regio op dit vlak, met harmonisatie op allerlei punten, moet het ’shoppen’ van asielzoekers, dat wil zeggen het reizen naar het land met de voor hen gunstigste condities, vermijden.

Bij hun pogingen om de strijd tegen de illegale immigratie te intensiveren, zagen de deelnemers aan de top af van een principebesluit om een bovennationale, centraal gestuurde douane-eenheid op te richten. Vooral het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische naties zijn bang voor weer een aanslag op hun soevereiniteit en voor een verdere overheveling van bevoegdheden naar Brussel.

Alle nadruk bij het versterken van de bewaking van de buitengrenzen ligt voorlopig op een hechtere samenwerking tussen de zelfstandige nationale korpsen. „Je moet doen wat het eerst moet gebeuren”, zo verdedigde Kok die voorkeur. „Een eindeloos debat over nieuwe structuren en over prachtige vergezichten voor de lange termijn leidt alleen maar de aandacht af”, vindt hij in dit verband.

Gekozen wordt voor een pragmatische aanpak, die snel vruchten kan afwerpen. Daarbij valt te denken aan toegang tot elkaars databestanden met gegevens over verstrekte en geweigerde visa, proefprojecten waarbij beambten uit diverse lidstaten als één team controles uitvoeren, gezamenlijke studies en analyses, en het vormen van een netwerk van functionarissen die garant staan voor goede en permanente onderlinge contacten.

Van het voorstel van de Spaanse gastheer, premier Aznar, om voortaan sancties op te leggen aan overheden buiten de EU die onvoldoende meewerken aan de terugkeer van illegalen, is weinig overgebleven. Met name president Chirac van Frankrijk voelde er niets voor die weg in te slaan. De eindconclusies van Sevilla laten slechts ruimte om in het uiterste geval en alleen als daarover unanimiteit bestaat een signaal af te geven, dat bovendien niet mag indruisen tegen de doelstellingen die gehanteerd worden bij de ontwikkelingshulp.

De top van eind vorige week vormde de afsluiting van het EU-voorzitterschap van Spanje. Op 1 juli neemt Denemarken het estafettestokje over. De regering van de onlangs aangetreden liberale premier Rasmussen krijgt tot taak in de tweede helft van dit jaar de voorbereidende onderhandelingen voor de entree van de nieuwe lidstaten succesvol af te ronden.

Het belangrijkste resterende knelpunt daarbij betreft de omvang van de inkomenssteun aan de boeren in Oost-Europa. De discussie over die kwestie is even opgeschort, tot na de verkiezingen in Duitsland, op 22 september. Kanselier Schröder vreest dat de uitbreiding te duur uitpakt en dat vooral de Bondsrepubliek, als voornaamste betaler aan de kas in Brussel, opdraait voor de kosten. Hij eist daarom eerst afspraken over hervormingen in het landbouwbeleid die zorgen voor een verlaging van de uitgaven.

De presidenten en premiers herbevestigden afgelopen zaterdag de wens om in 2004 tien landen als lid te verwelkomen. Op aandringen van Nederlandse zijde voegden zij daar wel aan toe dat bij de definitieve beslissing in december het beginsel van differentiatie geldt. Dat betekent dat elke kandidaat afzonderlijk wordt beoordeeld. De toetreding van de groep als geheel is geen automatisme.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer