Definitief je gevoel van veiligheid ontnomen
SCHIJNDEL - In december 2004 waren Jan en Angelique van Swaay dertig jaar getrouwd. Een mooie reden om nog een zeilvakantie te houden bij Thailand, met hun drie kinderen, Tessa, Sanne en Jan jr. Daar maakte het vijftal de tsunami mee. Ruim een jaar na de gebeurtenissen vertellen moeder Angelique en dochter Tessa hun bijzondere relaas.
„Wij zijn een zeilgezin”, steekt Angelique van Swaay van wal. „En daarom zouden we tijdens ons dertigjarig huwelijksjubileum met de kinderen, zonder aanhang, op zeilvakantie naar het buitenland gaan.”„We kozen voor Thailand”, vervolgt dochter Tessa, „en kwamen daar op 18 december aan. Zo uit de Nederlandse kou in 40 graden Celsius. De gehuurde boot lag vaarklaar in de haven van Phuket. Thailand is prachtig, paradijselijk bijna, zeker vanaf het water gezien. We zijn de eerste week van baai naar baai gezeild. ’s Avonds gingen we aan land om in een dorpje wat te eten en drinkwater en proviand in te slaan. Op eerste kerstdag lagen we in de baai van Kho Phi Phi, een van de bekendste Thaise eilanden. Daar zouden we de kerstdagen blijven liggen, op 30 meter uit de kust.”
Niet wetend wat hun te wachten stond, ontwaakte de familie Van Swaay op tweede kerstdag. Ze waren van plan gezamenlijk met een klein bootje aan wal te gaan om drinkwater te halen. Het wachten was echter op Jan jr., die nog wat kaarten wilde schrijven voor zijn vrienden in Nederland. „We zeiden nog: Schiet op! maar hij liet zich niet opjagen en bleef kalmpjes aan doen.” Vervolgens begon het water vreemd te doen, herinnert Tessa van Swaay zich. „Er kwam een rare stroming op gang, het water kleurde melkwit en speedboten voeren snel de haven uit. Tegelijkertijd viel de dieptemeter, die de afstand tussen schip en zeebodem meet, met duizelingwekkende snelheid terug. Van 6 meter naar 60 centimeter. De zee trok zich terug en het strand werd groter en groter. Koraal kwam boven water. We stonden er verbaasd naar te kijken, maar konden de vele indrukken gewoon niet bevatten. Wat gebeurde hier allemaal in een paar minuten?
Ik keek door een scheepsraampje naar buiten en zag in de verte een huisje tegen de kusthelling, ongeveer 10 meter boven de zeespiegel. Een prachtig plaatje was het om te zien, net een ansichtkaart. Maar toen gebeurde er iets wonderlijks, het huisje was plotseling verdwenen en waar het gestaan had was alleen maar water”, vertelt Angelique van Swaay. Vanaf dat moment volgden de gebeurtenissen elkaar in een hoog tempo op. Tessa: „Het strand dat even tevoren zo groot was geworden, verdween in enkele seconden weer onder water. Palmbomen braken als luciferhoutjes af en vielen om. Er hingen plotseling boten in boomtoppen en onze dieptemeter sloeg nu juist als een razende omhoog. We dachten aan een aardbeving, een tornado, maar eigenlijk kun je niet denken op zo’n moment.
Mijn vader gaf als kapitein van ons schip razendsnel instructies, bijvoorbeeld om de ankerketting los te maken, zwemvesten aan te doen en met z’n allen in de kuip bij de stuurman te komen zitten. Nog twee keer maakte de zee een komende en gaande beweging. Toen trad de stilte in, en daarmee ook de onzekerheid. Want we wisten niet wat er gaande was. We zijn naar diepere zee gevaren, waar nog veel andere boten ontredderd naartoe gingen.
Zonder te slapen hebben we de nacht doorgebracht. Pas de volgende dag, de 27e december, kregen we de verhuurder aan de lijn, die ons vertelde dat het een tsunami was geweest. Hij gaf het dringende advies om naar de andere kant van het eiland te varen. Er kwam volgens hem nog een vloedgolf aan en daar zouden we beter beschut liggen.”
Dan piept voor het eerst een van de mobiele telefoons aan boord en het gepiep lijkt niet op te houden. Een serie van 163 sms-berichten stroomt binnen op het toestel, allemaal met dezelfde vraag: „Leven jullie nog?”
Tessa: „We wisten nog niets van de omvang van de ramp en dachten aan een plaatselijke vloedgolf. Toen werd ons, door al die ongeruste vragen van familie en vrienden, duidelijk wat er werkelijk was gebeurd. Een catastrofe van enorme omvang. Omdat er ondertussen nog steeds waarschuwingen over nieuwe vloedgolven over de marifoon binnenkwamen, zijn we pas een dag later voor het eerst aan land gegaan. Wat we daar zagen en hoorden is eigenlijk niet na te vertellen.”
Moeder Angelique wordt zichtbaar emotioneel als ze terugdenkt aan de enorme ellende die ze aan wal aantroffen. „De verhalen die je hoorde van overlevenden. Van die vrouw met twee kinderen op haar arm die er één los moest laten om niet met z’n drieën meegesleurd te worden. De posters van mensen die hun zoon of dochter zochten. De zee die vol spullen lag, terwijl je wist dat onder de waterspiegel de doen waren. De dreiging van de dood hing in de lucht die dag. Je dacht telkens maar één ding: We moeten helpen. Maar waar moest je beginnen? Tegelijkertijd bekroop je een schuldgevoel. Wij hadden de ramp overleefd, al die anderen mensen niet. Daarom wilden we zo snel mogelijk naar huis. Geen ramptoerist zijn, maar uit piëteit met de slachtoffers vertrekken. Toch zijn we gebleven. Sterker nog, de plaatselijke bevolking smeekte ons niet weg te gaan. We hebben pas dagen later de boot teruggebracht naar de verhuurder.”
Wat ons uit die dagen vooral is bijgebleven is de onvoorstelbare vriendelijkheid en dienstbaarheid van de Thaise bevolking. Temidden van de puinhopen maakten ze zich zorgen over ons en bleven behulpzaam. Zo erg zelfs dat je je schaamde en vreselijk opgelaten voelde.”
Tot 6 januari zijn de Van Swaays in Thailand gebleven. Bewust, want het gezin wilde zowel de ramp als de bijzondere manier waarop hun eigen leven gespaard was eerst samen verwerken. „Thuis overviel ons de bekrompenheid van Nederland, wat vooral tot uiting kwam in de discussie over minister Remkes die fout gehandeld zou hebben (door niet snel genoeg het rampgebied te bezoeken, red). Ongelooflijk dat Nederlanders daar meteen een mening over hebben, terwijl ze zelf veilig thuis zaten. In de chaos van het moment kon ook een minister immers niet helpen.”
De gebeurtenissen in Thailand hebben een stempel gedrukt op het leven van de familie Van Swaay, hoewel ze, eenmaal thuisgekomen, ogenschijnlijk overgingen tot de orde van de dag. „Maar de gedachte bleef”, zegt Angelique, „dat het geslacht Van Swaay, onze zoon is de zesde generatie Jan van Swaay op rij, bijna was verdwenen. Als Jan jr. niet zo getreuzeld had met kaarten schrijven, waren we aan land gegaan en hadden we het waarschijnlijk niet overleefd. Je bent na zo’n ervaring je gevoel van geborgenheid en veiligheid kwijt en komt tot de erkenning dat je het leven niet in eigen hand hebt. Wij mensen willen zo graag greep houden op ons leven, maar tegen het geweld van de natuur zijn we niet bestand.” De afgelopen kerstdagen hebben de familieleden gezamenlijk gevierd. Thuis in het Brabantse Schijndel.