Tijdkoper
Een tijduitkoper houdt dikwijls tijdrekening. Het is de aard van een goed koopman dikwijls boek te houden en elke handel na te zien of ermee gewonnen of verloren is. Het is een slordige handelaar die niet nakijkt of hij er op gewonnen of verloren heeft. Een rechte tijdhandelaar zal zo doen met zijn tijd. Hij zal de vorige dagen en jaren overdenken en zal zichzelf rekening afeisen of hij zijn tijd niet kwalijk heeft doorgebracht.
„Geef rekenschap van uw rentmeesterschap”, zal de Heere zeggen. Voor wie nooit met recht terugziet hoe hij de verleden tijd gebruikt of misbruikt heeft, is geen hoop dat het beter zal gaan in de toekomst. Stel dit eens uw ziel voor. Houd naar verloop van tijd rekening. Hebt u, die nu zo veel jaren geleefd hebt, wel van een jaar voor God in uw geweten rekening gedaan? Een tijdkoper verheugt zich als hij tijdwinst heeft gemaakt, als zijn tijd vruchtbaar besteed is en zijn geestelijke staat verbeterd is. Hebt u wel ooit met de overdenking van een welbestede dag uw ziel verkwikt en het traktement van een goed en gerust geweten doen genieten?Hebt u de zoetigheid van deze winst nooit gesmaakt? Ik ben bang dat deze handel geheel niet of slecht door u bedreven is. Daarom zal een rechte tijdkoper zijn tijdverlies bedroeven en hij zal zoeken het verlies met meer vlijt in de toekomst te vergoeden.
Johannes Penon, predikant te Emden (”Gods tuchtschool”, 1665)