Buitenland

Atjehs grote meevaller: epidemieën bleven uit

BANDA ATJEH - Grote epidemieën zouden er uitbreken, voorspelden medische experts vorig jaar december toen de tsunami vele steden totaal verwoestte en enorme aantallen inwoners dakloos maakte. Cholera werd er voorspeld, malaria, denguekoorts en meer afschrikwekkende ziektes. Een jaar na de ramp is geen van deze voorspellingen uitgekomen. Hebben de experts en de media overdreven, of heeft er een wonder plaatsgevonden?

Kjeld Duits
30 December 2005 09:38Gewijzigd op 14 November 2020 03:20
BANDA ATJEH – Dokter Rachmadi van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) praat in een kliniek in Banda Atjeh met een moeder over de verschijnselen van malaria. Foto Kjeld Duits
BANDA ATJEH – Dokter Rachmadi van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) praat in een kliniek in Banda Atjeh met een moeder over de verschijnselen van malaria. Foto Kjeld Duits

De Nederlandse tropenarts Remco Schats staat voor een zaal met vroedvrouwen, dokters en verpleegsters in de Indonesische stad Meulaboh. Ze luisteren aandachtig naar hem en lachen als hij een grappige opmerking maakt of een mal gebaar toont.Maar Schats is niet in Meulaboh om de plaatselijke bevolking te vermaken. Verbonden aan The Mentor Initiative, een organisatie die wereldwijd malaria bestrijdt, geeft Schats seminars over malaria en denguekoorts, ook wel knokkelkoorts genoemd.

„De malariamug in Atjeh houdt van brak water”, zegt Schats. „Door de tsunami waren hier veel poelen met brak water ontstaan, dus je verwacht een gigantische uitbraak. Dat is voor een belangrijk deel niet gebeurd.”

Dat er geen uitbraken zijn geweest van malaria en andere ziektes, is vooral te danken aan organisaties als Mentor, zegt een andere Nederlandse dokter in Atjeh, Anshu Bannerjee. Bannerjee is verbonden aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

„Mentor heeft veel aan ontsmetting gedaan, muggennetten uitgedeeld en voorlichting gegeven. Ze was een van de vele organisaties en het heeft ogenschijnlijk gewerkt. We kunnen niet zeggen dat we een gigantische uitbraak van malaria hebben gehad”, aldus Bannerjee. „In mei hebben we zo’n vijftig gevallen van malaria in Meulaboh gehad. En op het ogenblik is er malaria op het eiland Semeulue. Maar het is te verwaarlozen vergeleken bij wat werd voorspeld.”

Bannerjee schrijft het succes toe aan lokale factoren in combinatie met een proactieve strategie, waarin hulporganisaties een grote rol speelden. „De kampen waren niet zo groot hier. In Afrika heb je vaak 100.000 mensen die boven op elkaar zitten. Hier had je dorpen die totaal verwoest waren. De inwoners gingen wel bij elkaar zitten, maar het waren geen grote gemeenschappen. Vaak zo’n 1000 tot 2000.”

De kleine kampen waren bovendien verspreid. „We hebben mazelen gehad. Dat is heel infectieus. Het slaat er meteen in. Maar de uitbraken gebeurden in kleine kampjes, dus dat konden we snel naar beneden brengen”, vertelt Bannerjee.

Een van de maatregelen die de WHO nam, was een massale vaccinatie. „In februari hebben we in Atjeh meer dan 1 miljoen kinderen ingeënd. Dat was logistiek niet eenvoudig en duurde daarom twee tot drie maanden. Het was uiteindelijk toch een groot succes.

Een andere maatregel die werd genomen, was het opzetten van een ”emergency disease surveillance”, een systeem waarbij toezicht wordt gehouden op het uitbreken van ziektes. Een lijst met mogelijke ziektes werd uitgereikt aan hulporganisaties en lokale klinieken. „Als men iets verdachts zag, werd dat per mobiele telefoon of via een sms’je doorgegeven. Bijvoorbeeld: „We hebben iemand met bloedige diarree.” Als we het niet vertrouwden, gingen wij er onmiddellijk kijken.”

„In het begin hielden we drie keer per week een co”rdinatievergadering voor gezondheidszorg.” Vanaf maart werd dat n keer per week.

„De informatie die wij ontvingen van de NGO’s brachten wij in kaart, en we vertelden dat weer aan alle organisaties. De informatie die gegeven werd aan het forum maakte dat er onmiddellijk actie genomen kon worden.”

Deze informatie bleek vooral voor de organisaties ”in het veld” uitermate belangrijk. ”Het gaf hen informatie waar ze zich op moesten richten. Gezamelijk konden we het dan in handen nemen.”

Heel belangrijk was ook de samenwerking met de lokale gezondheidszorg. ”Zodra het Provinciale Bureau van Volksgezondheid weer op poten stond hebben we huizen voor ze gehuurd en computers gedoneerd zodat ze weer zo snel mogelijk operationeel waren.”

Het systeem was niet enkel eenvoudig, het was effectief. ”Tussen januari en juni hebben we ongeveer honderd alerts voor zo’n 400 gevallen gehad. We hebben daar onmiddelijk op gereageerd, met als gevolg dat we geen grote uitbraken hadden.”

De respons was niet beperkt tot medisch optreden. ”Als er bijvoorbeeld diarree was, werd er ook meteen naar de water en sanitatie-situatie gekeken door andere organisaties.”

De nauwe samenwerking met de lokale gezondheidszorg heeft verstrekkende gevolgen. ”Het heeft ervoor gezorgd dat er capaciteitsversterking heeft plaatsgevonden. Dat leeft natuurlijk gewoon door.”

Bannerjee vind het moeilijk te zeggen of de deskundigen en de media overdreven hebben of dat er een wonder heeft plaatsgevonden. „Uit het verleden blijkt dat ziektes toch niet zo vaak voorkomen na een ramp. Tegelijk denk ik dat het toezicht houden heeft geholpen. Dat wordt ook internationaal zo gezien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer