„Ik heb de mensen harder zien worden”
CULEMBORG - Gerie Barneveld (60) heeft zich nooit kruidenier gevoeld. Hij is melkboer. In hart en nieren. Na veertig jaar venten langs de huizen in Culemborg zet hij een punt achter zijn werk.
Het is een paar dagen na het afscheid. De telefoon rinkelt in de gezellige huiskamer, waar het orgel met het psalmenboek van Worp domineert. Lokale kranten die aandacht willen besteden aan het afscheid. „Geen wonder: heel Culemborg kent me.”Vader Barneveld ging door tot hij 84 jaar was. Zoon Gerie zette de zaak voort. „Dat beeld van werken had je altijd voor je. Werken zonder pardon. Geen tijd voor vakantie. Een dagje naar de dierentuin was al heel wat.”
Zijn vader begon met een fiets, gevolgd door de bakfiets en paard en wagen. Gerie ging veertig jaar geleden verder met een auto, die snel plaatsmaakte voor een rijdende winkel. „We verkochten de gangbare levensmiddelen, maar een kruidenier ben ik nooit geworden. Ik heb me altijd melkboer gevoeld.”
Barneveld ging in de jaren zestig van start als 21e melkboer van Culemborg. Toen was de gemeente half zo groot als nu. „De afgelopen jaren was ik de laatste melkboer van de stad. Het was keihard werken. Mijn vrouw en ik zwoegden achttien uur per dag, al heb ik het werk nooit met tegenzin gedaan. Van ’s morgens halfzeven tot na middernacht. ’s Avonds nooit voor tienen thuis. En het werd wel eens halfelf ook. Daarna de wagen laden voor de volgende dag. Zeker in de vrieskou geen pretje.”
Voor een sociaal leven was amper ruimte, zegt Barneveld. „Je had eigenlijk geen tijd om ziek te zijn of naar de dokter te gaan. Thuisblijven was er niet bij. Gelukkig zijn we altijd gezond geweest. De koelcel zat vol. De artikelen mochten niet over de datum worden verkocht.”
Barneveld benadrukt de grote rol van zijn vrouw, Dicky Barneveld-Burggraaf (59). „Ze hielp met laden, met het prijzen van de artikelen, het uitpakken en ze bediende de klanten aan huis. Ik had het alleen niet gekund. Als je vrouw er niet achter staat, hoef je er niet eens aan te beginnen.”
De Culemborger heeft het vak in veertig jaar zien veranderen. „De mensen zijn harder geworden. We leven in een ik-wereld. Vroeger wachtten de mensen op je. Tegenwoordig gaan ze veel gemakkelijker naar de supermarkt. En ze lopen reclames na. Voor een paar centen rennen ze van de ene winkel naar de andere. Daarnaast stellen de mensen hogere eisen aan het aanbod. Ze willen pizza’s hebben. Toen ik begon, wisten ze niet eens wat dat was. Bovendien krijg je steeds meer te maken met werkende vrouwen. Vroeger kreeg je een bekeuring als je ’s avonds langs de deuren ging. Tegenwoordig moet je wel, omdat de mensen overdag niet thuis zijn.”
Het afscheid viel Barneveld niet mee. „Ik kwam bij hoog en laag aan de deur. Van Jan met de pet tot de burgemeester. Ik heb drie routes. Dus moest ik vorige week drie keer afscheid nemen. Met een lach en een traan. Er waren banden gegroeid. We hebben in die veertig jaar lief en leed gedeeld.’’
Gerie Barneveld is niet bang om in een gat te vallen. Voor alle zekerheid blijft hij scholen en kinderdagverblijven van schoolmelk voorzien en zorgt hij voor de bevoorrading van de kantines van de bedrijven. „Dat vergt een paar uur. Heel ontspannen, maar het zorgt voor regelmaat in het leven.” Daarnaast is er meer tijd voor de (klein)kinderen, klusjes, modelbouw en kerkenwerk. „Ik mag terugzien op mooie jaren. We zijn gezond en we hebben elkaar. We zijn rijk gezegend.”