De militairen openden op 9 november een veldhospitaal aan de rand van de stad Bagh waar gewonden uit die plaats en uit de wijde omgeving terechtkunnen. Sinds de militairen het ziekenhuis in gebruik namen, zijn er op de polikliniek 4500 patiënten behandeld. Daarnaast werden er ruim 130 grote operaties uitgevoerd. Vanaf begin november worden er ook regelmatig mobiele medische patrouilles de omgeving ingestuurd om mensen te helpen. Deze teams hielpen tot nu toe 3150 patiënten.De Nederlandse militairen maken deel uit van de NAVO–troepen die op verzoek van de Pakistaanse regering na de aardbeving naar dat land kwamen om hulp te bieden in de rampgebieden. De NAVO–militairen moeten voor 1 februari het land hebben verlaten. Nadat de Nederlanders op 10 januari het veldhospitaal in Bagh hebben gesloten, zetten ze een post op bij de militaire luchthaven in Islamabad om eventuele medische hulp te bieden aan de militairen die vanaf die plek naar hun landen terugvliegen.

Vooruitlopend op het vertrek bouwen de Nederlanders hun hulp langzaam af, omdat patiënten ook weer terechtkunnen bij lokale ziekenhuizen. „De basisgezondheidszorg in de omgeving wordt weer opgebouwd", aldus woordvoerder H. Asma. „Zo zijn het districtsziekenhuis en het Pakistaanse militaire hospitaal weer operationeel. Wij leggen ons steeds meer toe op het doorverwijzen van patiënten naar deze instellingen, omdat ze moeten weten dat ze hier weer terechtkunnen".

De polikliniek van het Nederlandse veldhospitaal voor de basisopvang van patiënten wordt op korte termijn gesloten. „Moeilijke gevallen zoals mensen met botbreuken die slecht helen of langdurige ontstekingen, kunnen nog wel tot het moment van sluiting bij ons terecht", aldus Asma. Patiënten die langdurige zorg nodig hebben, worden via het veldhospitaal naar een ziekenhuis in Islamabad overgebracht.