Kerk & religie

„Simsons gedrag was begrijpelijk”

Had Simson een ernstige psychiatrische stoornis? De Amerikaanse psychiater dr. E. L. Altaschuler beweerde een halfjaar geleden in het gezaghebbende medische tijdschrift ”Archives of General Psychiatry” van wel. In twee ingezonden bijdragen in het jongste nummer van de Archives wordt Altaschuler door collega’s terechtgewezen. „Onder de gegeven omstandigheden was Simsons gedrag zeer begrijpelijk, acceptabel, heroïsch zelfs!”

Dr. A. Aleman
21 June 2002 21:40Gewijzigd op 13 November 2020 23:38

Volgens Altaschuler voldoet Simson aan zes van de zeven criteria die gelden voor de diagnose van antisociale persoonlijkheidsstoornis -ook wel psychopathie genoemd-, terwijl het voldoen aan drie van de zeven al genoeg is om de diagnose te stellen. Hij hanteert hierbij de meest gebruikte psychiatrische classificatiemethode, de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV). Zo meent Altaschuler dat Simson zeer impulsief gedrag vertoonde, zich niet aan de sociale normen aanpaste, loog en bedroog, zich schuldig maakte aan het mishandelen van dieren en moedwillig met zijn eigen leven speelde.

Altaschuler is verkeerd bezig, vindt de Israëlische psychiater dr. I. Kutz in zijn ingezonden bijdrage. Hij beargumenteert dat Altaschuler met dergelijke „diagnoses” de psychiatrie in diskrediet brengt, aangezien het instrument van de DSM niet bedoeld is om historische figuren te stigmatiseren. De DSM is daarentegen ontwikkeld om richtlijnen te verschaffen in het categoriseren van psychiatrische verschijnselen binnen de huidige culturele context. Het doden van een leeuw in een samenleving van strijders en jagers kan onmogelijk als „wreedheid tegen dieren” bestempeld worden, aldus Kutz. Als we de DSM zo gaan gebruiken, waarschuwt hij, krijgt elke oorlogsheld uit het verleden de diagnose ”antisociale persoonlijkheidsstoornis”, en elke oudtestamentische profeet wordt dan gezien als lijdend aan waanstoornis of schizofrenie. Kutz is van mening dat Simson een aantal existentiële psychologische crises doormaakte, maar niet aangeduid kan worden als een psychopaat.

Een andere wetenschapper die kritisch reageert op Altaschulers analyse is R. Ryan van het Instituut voor Letteren en Culturele Studies in Roehampton, Engeland. Hij geeft aan dat een nauwkeurige lezing van Richteren 13 tot en met 16 en het in acht nemen van de sociaal-culturele context, Altaschulers diagnose onderuithalen. Hij gaat één voor één de argumenten langs. Zo is het volgens Ryan algemeen bekend dat men zich in oorlogstijden niet aanpast aan sociale normen. De strijd waarin Simson verwikkeld was is niet de enige oorlog die in het boek Richteren beschreven wordt en kan moeilijk geheel aan zijn karakter toegeschreven worden. Alle gewelddadige handelingen van Simson die in Richteren beschreven worden komen óf uit zelfverdediging voort óf uit aanvallen binnen de context van een oorlog - en niet zozeer uit irritatie of agressie. Het verbranden van de vijandelijke oogst is geen doelloze agressieve vernielzucht, maar wordt al door schrijvers uit de oudheid beschreven als een vaardige militaire tactiek van de guerrillastrijder. Ook loog Simson niet tegen zijn ouders, maar hij wilde ze niet lastigvallen met het verhaal over de leeuw, om ze niet bezorgd te maken en om niet op te scheppen over wat hij had gedaan. Verder kan het verbranden van de Filistijnse velden moeilijk een impulsieve handeling genoemd worden, aangezien zo’n actie een voorzichtige planning, timing en voorbereiding vereist. De onvoorzichtigheid van Simson tegenover Delila kan verklaard worden uit het soort spel dat geliefden spelen als ze op hun gemak zijn in elkaars gezelschap. Hier is geen sprake van roekeloze onverschilligheid over eigen dood of leven, aldus Ryan. En het in brand steken van 300 vossen zal inderdaad de woede opwekken van huidige dierenrechtenactivisten, maar dergelijke handelswijzen waren geen uitzondering in de tijd waarin Simson leefde. „Simson verdient beter dan aan de kant gezet te worden als een typisch voorbeeld van een gedragsstoornis”, stelt Ryan. „Onder de gegeven omstandigheden was Simsons gedrag zeer begrijpelijk, heroïsch zelfs, acceptabel zelfs!”

Altaschuler werd in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven. Er blijkt uit dat hij niet onder de indruk is van de argumenten van zijn collega’s. Hij herhaalt zijn eerdere beweringen. „De schrijver van de geschiedenis van Simson, waarschijnlijk Ahimaaz, zoon van Zadok de priester, had een opmerkelijk begrip van psychiatrische stoornissen, aangezien hij alle criteria voor antisociale persoonlijkheidsstoornis wist”, aldus Altaschuler. Dat Simson zich niet aanpaste aan geldende sociale normen blijkt wel bijzonder uit het feit dat hij door zijn eigen mensen gearresteerd werd. Altaschuler besluit: „Handelingen zoals het verbranden van vossen die met de staarten aan elkaar gebonden zijn, zijn laf, niet heroïsch of acceptabel.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer